Toepassing van e-Health bij chronische ziektes als astma, diabetes, hartfalen en depressie levert een directe besparing van circa 110 miljoen euro op. Dit becijfert onderzoeksbureau APE in een studie naar e-Health en zelfmanagement. Daarnaast kan de maatschappelijke winst als gevolg van hogere arbeidsproductiviteit, korter ziekteverzuim en daarmee hogere arbeidsdeelname en een lager beroep op uitkeringen, oplopen tot circa 1 miljard euro.
In hun studie hebben economen René Goudriaan, Wim Groot , Annelise Notenboom en Iris Blankers de effecten van e-Health en zelfmanagement voor enkele veel voorkomende aandoeningen doorgerekend. Zelfmanagement bij astmapatiënten leidt tot 36 procent minder ziekenhuisopnames. Als het aantal zelfmanagers stijgt naar 70 procent betekent dit een besparing van bijna 7 miljoen euro op.
Besparing
Telezorg bij hartfalen reduceert de sterfte met 34 procent en leidt tot 30 procent minder ziekenhuisopnames. Als een op de drie hartpatiënten gebruik maakt van telezorg, betekent dit een besparing van 34 miljoen euro. De grootste potentiële besparing zit met ruim 53 miljoen euro bij de behandeling van depressie. Verbeterde medicatietrouw dankzij e-Health is goed voor bijna 18 miljoen euro. Daarnaast is er volgens de economen bij de onderzochte aandoeningen sprake van zeker 400 gewonnen arbeidsjaren onder zorgpersoneel.
Onbenut
Op grond van deze uitkomsten concluderen de onderzoekers dat e-Health en zelfmanagement een belangrijk antwoord kunnen zijn op de groeiende arbeidstekorten en kostenoverschrijdingen in de zorg. Toch wordt dit potentieel onvoldoende benut, zo constateert APE. Dit ligt volgens aan de huidige bekostiging en weerstand tegen veranderingsprocessen in de zorgsector.
Bewijslast
In een separaat onderzoek naar e-mental health constateren onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) onder leiding van hoogleraar Kim Putters dat de effecten van e-Health onvoldoende worden gemeten. “Er bestaat veel onzekerheid over de bewijslast van de effectiviteit van e-mental health, zowel voor de kosten als de zelfredzaamheid van de patiënt”, aldus de Erasmus-onderzoekers. Ook wordt er te weinig met bestaande inzichten gedaan. “Er is weinig vertaling van kosteneffectiviteitsonderzoek naar de praktijk in termen van de verbetering van prestaties en financieringsstructuren”, stellen de EUR-onderzoekers.
Medische bril
Volgens Putters is een structurele inbedding van e-Health gezien de relatief overzichtelijke zorgmarkt goed mogelijk. Putters pleit daarnaast voor een bredere kijk op de uitkomsten van e-Health. Die uitkomsten worden nu teveel door een medische bril bekeken, waarmee bredere maatschappelijke baten, zoals grotere arbeidsparticipatie, over het hoofd worde gezien.
Actieve rol
De brede maatschappelijke baten betekenen volgens Putters ook dat verzuimverzekeraars, werkgevers en werknemersorganisaties kunnen worden aangespoord tot een actieve rol. “Zo kunnen zorg- en verzuimverzekeraars bij uitstek de afweging maken tussen investeren in e-health en de uitkering van ziektegelden”, stelt Putters. “Werkgevers kunnen hun werknemers eerder of anders aan het werk krijgen. Dat is winst in termen van minder ziekteverzuim, minder productiviteitsverlies en minder uitkeringen. Bovendien levert een andere inrichting van arbeidsomstandigheden en werktijden van zorgverleners productiviteitswinst op.”