Als het kabinet besluit tot hogere eigen bijdragen in de AWBZ moet er opnieuw gekeken worden naar de fiscale grondslag van de premie. Dat stelt CEO Martin van Rijn van pensioendienstverlener PGGM in een blog op Skipr.nl.
Volgens Van Rijn ontkomt het kabinet er niet aan om de AWBZ in de bezuinigingsplannen te betrekken. “Bij ongewijzigd beleid stijgt de AWBZ-premie de komende decennia van ruim 12 procent naar bijna 25 procent, een verdubbeling dus”, stelt Van Rijn op Skipr.nl. “We werken nu al een dag in de week voor ons pensioen en straks komt daar dus een dag bij voor onze ouderenzorg.”
Inkomensafhankelijkheid
Een van de oplossingen om de groeiende AWBZ-kosten te beteugelen ligt volgens Van Rijn in een verhoging van de eigen bijdragen. Dit vergt volgens Van Rijn wel flankerend beleid waarbij nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de inkomensafhankelijkheid. “Dan zul je naar de draagkracht moeten kijken”, licht Van Rijn toe. “De AWBZ premie wordt berekend over de eerste twee belastingschijven, dus inkomensafhankelijkheid tot zo’n 30 duizend euro. Je zou kunnen overwegen de inkomensafhankelijkheid te vergroten door dat maximum te verhogen over meer belastingschijven. En als je hogere eigen bijdragen en/of eigen risico invoert, zou je die ook inkomensafhankelijk kunnen maken.”
Zelfredzaamheid
Naast herijking van de premiegrondslag pleit de oud-topambtenaar van VWS ook voor het de-institutionaliseren van de ouderenzorg. Dat betekent volgens Van Rijn ondersteuning van zelfredzaamheid in plaats van zorg op grond van indicatie.”Waarbij we er dan ook moeten bij vertellen dat van ons verwacht mag worden dat veel hulpmiddelen bij het ouder worden eigenlijk gewoon gebruiksvoorwerpen zijn die je zelf kan kopen”, aldus Van Rijn.