Op papier lijkt het alsof het wachtlijstprobleem in de jeugdzorg is opgelost, maar in de praktijk is dat niet zo. Vorig jaar stonden bijna 3000 kinderen langer dan 9 weken op de wachtlijst. Dat zijn er 100 meer dan het jaar ervoor.
Soepelere regels
Sinds 2010 mag Bureau Jeugdzorg bepalen in welke gevallen dat lange wachten ‘verantwoord’ is. Volgens vier regionale Rekenkamers vertroebelt daardoor het zicht op de schrijnende gevallen. Dat meldt de Volkskrant.
De grens van negen weken wordt sinds 2010 soepeler toegepast. Dan kan omdat deskundigen vinden dat het in de praktijk niet voor alle kinderen onverantwoord is om langer zonder hulp te zitten. Bijvoorbeeld wanneer ze bij familie opgevangen worden in afwachting van een pleeggezin.
Onverantwoord
Van deze speelruimte heeft Bureau Jeugdzorg gretig gebruik gemaakt: van de bijna 3.000 kinderen die zo lang op hulp moesten wachten, merkt Bureau Jeugdzorg dat in slechts zes gevallen als ‘onverantwoord’ aan.
Vier Rekenkamers (Amsterdam, Den Haag, Oost-Nederland en de Randstedelijke Rekenkamer) hebben de wachtlijstrapportages uit de vijftien regio’s vergeleken. Zij noemen het onaannemelijk dat zo veel kinderen van wie is vastgesteld dat ze jeugdzorg nodig hebben, wel zo lang kunnen wachten.