Bij het meten van zorgkwaliteit moet meer dan nu het geval is gekeken worden naar het uiteindelijke resultaat van een medische ingreep. Dat bepleit Douwe Hemrika, bestuursvoorzitter van het OLVG in Amsterdam en voorzitter van de Santeon-ziekenhuizen.
De zes ziekenhuizen die zijn aangesloten bij het kwaliteitslabel Santeon lopen in Nederland voorop als het gaat om het cijfermatig in kaart brengen en onderling vergelijken van informatie over patiëntervaringen, doelmatigheid en kwaliteit. “Er is al een aantal landelijke benchmarks, maar wij vinden dat er een tandje bij kan”, licht Hemrika deze voortrekkersrol toe. Zo ontwikkelde Santeon in samenspraak met de Stichting Miletus een online Consumer Quality Index-Ziekenhuizen. In het kader hiervan worden elk half jaar circa zestigduizend patiënten bevraagd. “Het voordeel is dat we bijna real time kunnen zien hoe die patiëntervaringen zich ontwikkelen”, zegt Hemrika. “In het verleden berustte zulke kwaliteitsonderzoeken op verouderde informatie en een beperkt aantal patiëntengroepen.”
Concrete resultaten
Dankzij de steeds intensievere informatie-uitwisseling kunnen de Santeon-ziekenhuizen terugkijken op een geslaagd 2011. Zo kregen de Santeon-ziekenhuizen voor het derde opeenvolgende jaar het keurmerk van Topwerkgever toegekend. Daarnaast heeft de CQ-index voor het eerst concrete verbeterpunten opgeleverd, ondermeer op het gebied van medicatieveiligheid. “We hebben er best een tijd over gedaan”, blikt Hemrika terug. “We hebben vanaf 2004, 2005 bij elkaar gezeten. In 2006 hebben we echt plannen gemaakt over wat we gezamenlijk zijn. Nu worden de concrete resultaten zichtbaar.”
Geen bestuurdersfeestje
De lange aanloop is volgens Hemrika één van de sleutels voor het succes van de Santeon-formule. “Om zinvol te kunnen benchmarken moeten betrokkenen de kaarten niet tegen de borst houden”, stelt Hemrika. “Maar het uitwisselen van zulke gevoelige informatie doe je niet zomaar met ieder ziekenhuis, daar is vertrouwen voor nodig.” Een andere kritische succesfactor is volgens Hemrika de betrokkenheid van de professionals. “Santeon is van het begin af aan geen bestuurdersfeestje geweest”, aldus Hemrika. “Als de dokters niet meedoen, houdt het op.”
Ingewikkeld
Ondanks het intensieve gebruik van benchmarks waakt Hemrika voor cijferfetisjisme. “Het is naïef en simplistisch om te denken dat je kwaliteit van de ziekenhuiszorg in één getal kunt samen vatten”, stelt Hemrika. “Daar is het te ingewikkeld voor, maar dan denkt het publiek al snel: jullie willen niet naar buiten met je gegevens. Waar het uiteindelijk om gaat zijn de uitkomsten van medische behandelingen. Daar zullen we meer mee naar buiten moeten treden.” Dit betekent dat er naast de focus op voor de leek vaak lastig te duiden cijfers rond operatieve succes- en faalratio’s tevens aandacht komt voor de vraag hoeveel gezondheid de patiënt aan het einde van de rit heeft herwonnen.
Schaalgrootte
Ook als het om onderwerpen als logistiek en inkoop gaat staat bij Santeon alles in dienst van verbetering van de kwaliteit van de patiëntenzorg. “We zullen onze schaalgrootte meer gaan gebruiken om efficiency-winst te boeken op bijvoorbeeld het gebied van inkoop”, licht Hemrika toe. “Willen we in financieel krappe tijden in staat blijven om te innoveren, dan zijn daar financiële middelen voor nodig. Dus alles wat we kunnen besparen voedt die kwaliteitsverbetering.”
Doorverwijzen
De vraag naar kwaliteit kan tegenwoordig niet meer los gezien worden van de discussie over concentratie en spreiding van zorg, merken ook de Santeon-ziekenhuizen. “Het naar elkaar doorverwijzen van patiënten is beslist niet de primaire focus, maar die beweging zijn we ook aan het maken”, reageert Hemrika. “We zien dat de reisbereidheid onder patiënten sterk is gegroeid mits die hogere kwaliteit maar echt aantoonbaar is. Daarbij komt dat verzekeraars bepaalde behandelingen liever ook niet op meer vier of vijf plekken aangeboden zien worden, dus zullen we binnen Santeon steeds meer gebruik maken van ieders bijzondere expertise op het gebied van zeldzame aandoeningen.”
Interessanter
Rijst de vraag of Santeon hierbij niet wordt ingehaald door de steeds intensievere samenwerking tussen ziekenhuizen op regionaal niveau. “Het Santeon-imago maakt ons juist interessanter voor andere ziekenhuizen”, gelooft Hemrika. “Ieder van ons heeft een goed imago en een stevige positie in de eigen regio. Daarbij hebben we binnen Santeon al mooie best practices op het gebied van complexe zorgpaden.”
Zuinig
Dit alles maakt dat er volgens Hemrika onder andere ziekenhuizen behoorlijke animo is om aansluiting te zoeken bij Santeon. “Die ziekenhuizen moeten we teleurstellen”, zegt Hemrika. “In principe streven we naar een landelijke dekking. Die hebben we nog niet. Toch hebben we besloten om de eerst komende jaren niet uit te breiden, maar met z’n zessen verder te gaan.” De ledenstop wordt vooral ingegeven door praktische overwegingen: de Santeon-ziekenhuizen willen hun energie vooral gebruiken om de eigen kwaliteitsdoelstellingen waar te maken. “Je moet je beperken tot die zaken die ook echt bijdragen aan de kwaliteitskenmerken van Santeon”, gelooft Hemrika. Daarnaast is Santeon zuinig op het eigen imago. “Wanneer één van ons negatief in de publiciteit komt, kan dat op ieder van ons afstralen”, weet Hemrika.