Bijna de helft van de grootste zorginstellingen in Nederland heeft in 2011 financiële derivaten gebruikt. In 2010 was dit nog maar 27 procent. Vooral renteswaps zijn populair: 74 procent van de instellingen die derivaten hanteert maakt hiervan gebruik. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG.
Risico’s rentefluctuaties
“De grote belangstelling van zorginstellingen voor met name renteswaps wekt geen verbazing”, zegt Mariska van de Luur, partner bij KPMG Gezondheidszorg. Van de Luur: “Zorginstellingen willen met name risico’s als gevolg van rentefluctuaties afdekken. Dit komt onder meer voort uit het feit dat zorginstellingen gebruik maken van omvangrijke langlopende leningen om onder andere onroerend goed te bekostigen. Onder de budgetsystematiek werd de rente vanuit de rentenormering vergoed waardoor zorginstellingen geen renterisico liepen over de afgesloten leningen. Als gevolg van wijzigingen in de vergoedingsystematiek en als gevolg van de ontwikkelingen op de financiële markten is de vraag naar derivaten om renterisico’s op langlopende financieringscontracten af te dekken toegenomen.”
Andere derivaten
“Door ziekenhuizen worden ook veelvuldig maar in beperkte mate andere derivaten gebruikt, zoals floors, swaptions, zero cost knock in collars, opties en warrants”, zegt Van de Luur. “Dit zijn in het algemeen exotische en ingewikkelde constructies en contracten, waarbij je je moet afvragen of de zorginstellingen over voldoende kennis beschikken van deze financiële producten.” Minder dan 5 procent van de instellingen maakt gebruik van dit soort derivaten, en ruim 10 procent maakt gebruik van caps.
Jaarrekeningen
KPMG heeft ook onderzocht of de zorginstellingen de financiële instrumenten op de juiste wijze in de jaarrekening hebben verwerkt. Bij een meerderheid van de instellingen blijkt de waardering, de resultaatbepaling en de criteria voor opname van financiële instrumenten in de balans te ontbreken. Van de Luur: “Bij veel zorginstellingen wordt bovendien kostprijs hedge accounting toegepast waardoor deze wijzigingen niet verwerkt worden gedurende de looptijd van het derivaat. Het zou goed zijn om dit wel in de jaarrekening te expliciteren zodat dit helder is voor de gebruiker van de jaarrekening. Het is dan ook duidelijk dat in de presentatie nog veel te verbeteren valt, zeker waar het gaat om het vermelden van de actuele waarden, de omvang van het onderliggend financieel instrument en de contractuele bepalingen.
Het toelichten van de omvang van de derivatenportefeuille is wettelijk verplicht. KPMG constateert dat in de jaarrekeningen vaak slechts de definitie van financiële instrumenten vermeld staat.