Fysiotherapie bij chronische aandoeningen leidt tot grote besparingen en een verhoogde kwaliteit van leven. Dit blijkt uitverkennend onderzoek van adviesbureau BMC, in opdracht van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF). De verkenning werd uitgevoerd voor kosten en baten van fysiotherapie bij de behandeling van Reumatoïde Artritis, Artrose, Osteoporose, Claudicatio Intermittens en COPD.
De resultaten bewijzen volgens het KNGF de toegevoegde waarde van fysiotherapie in de keten en mogelijke besparingen van tenminste 160 miljoen euro bij opname in het basispakket. Eke Zijlstra, bestuursvoorzitter KNGF: “De uitkomst bewijst dat fysiotherapie toegevoegde waarde levert: voor zowel de patiënt als de overheid. Ik zou de politiek dan ook willen oproepen de opbrengst te verzilveren door fysiotherapie goed toegankelijk te houden en op de meest voor de hand liggende wijze te verzekeren”.
Ontschotting
Bovendien ziet Zijlstra nog een mogelijkheid om de uitkomsten te benutten. “Als het past in de behandeling van een patiënt, zou het zo moeten zijn dat hij eerst gebruik maakt van fysiotherapie. Pas als er aanvullende behandeling noodzakelijk is, kan de patiënt naar de tweede lijn verwezen worden. Daarom pleit ik voor het weghalen van de scheiding tussen financiering van de eerste en de tweede lijn. Een zorginkoper koopt dan een keten van zorg rondom een bepaalde aandoening in waarin deze behandelvolgorde leidend is”, aldus de bestuursvoorzitter.
Onlogisch
Afgelopen maand deed Rian Veldhuizen, directeur KNGF, een soortgelijke oproep voor de camera van Skipr. “Besparen op fysiotherapie is een heel onlogische zaak, Inzet van fysiotherapie kan veel onnodige zorgkosten voorkomen en daarmee de zorgkosten drukken en daar zijn we met zijn allen naar op zoek.”