De helft van de Nederlanders is bereid om mantelzorg te verlenen aan een naaste, maar denkt daarbij vooral aan ondersteunende taken in het huishouden. Dit blijkt uit een enquête van belangenvereniging van mantelzorgers Mezzo en actualiteitenrubriek EenVandaag.
Ruim zes van de tien geënquêteerden (63 procent) geven aan moeite te hebben met intieme zorgtaken zoals een naaste helpen met aankleden, douchen of wc-bezoek. Ruim één op de drie (35 procent) kan of wil niet voor een naaste mantelzorgen.
Verplichting
Staatssecretaris Van Rijn maakte onlangs bekend dat hij wil dat we meer en langer voor een ander moeten gaan zorgen om de zorgkosten in de hand te houden. Eén van de meest voorkomende vormen van mantelzorg is dat kinderen zorgdragen voor hun hulpbehoevende ouders. Van de ouders boven de 45 jaar zegt 72 procent echter dat ze later, als ze hulp nodig hebben, geen beroep op hun kinderen willen doen voor mantelzorg. Het verplicht voor elkaar zorgen, zoals de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) voorstelt, gaat acht op de tien mensen te ver.
Zwaar belast
EenVandaag en Mezzo ondervroegen ook 3500 mensen die nu structureel mantelzorg geven aan een naaste. Bijna acht op de tien mantelzorgers (78 procent) geven aan dat ze er geen extra zorgtaken bij kunnen hebben. Vier op de tien geven aan zwaar belast zijn. Tweederde (65 procent) voelt zich nu al verplicht te mantelzorgen, bijvoorbeeld omdat er niemand is die het kan doen.
Bezuinigingen
Ruim een derde (37 procent) van de mantelzorgers geeft meer dan 9 uur mantelzorg per week. Meer dan de helft (58 procent) die een betaalde baan hebben geeft aan dat mantelzorg én werk lastig te combineren is. Bijna driekwart (72 procent) van de mantelzorgers die deelnamen aan het onderzoek, maken zich grote zorgen over de aangekondigde bezuinigingen.