Het UMC Groningen dient deze maand een vergunningsaanvraag in bij het ministerie van VWS om in aanmerking te komen voor het verrichten van protonentherapie. Maximaal vier centra in Nederland krijgen de betreffende vergunning. Het ministerie heeft dit deze week bekend gemaakt.
Het UMCG acht de kans zeer groot dat zij een van de vier centra voor protonentherapie krijgt. Het ziekenhuis zegt al jaren te werken aan plannen voor de bouw van een protonencentrum. “Samen met de Rijksuniversiteit Groningen, het Kernfysisch Versneller Instituut, Technische Universiteit Twente en een internationale partner het Paul Scherrer Instituut in Zwitserland, is veel kennis en deskundigheid op het gebied van protonenbestraling ontwikkeld.” Ook meldt het ziekenhuis een gedegen businessplan gereed te hebben. Daarnaast is het UMCG in gesprek met radiotherapie-instituten in de regio over samenwerking bij verwijzing en behandeling van patiënten, en met zorgverzekeraars en financiers.
Protonentherapie
De vergunningprocedure staat alleen open voor Universitair Medische Centra (UMC’s) of instellingen die een samenwerkingsverband hebben met een UMC. Protonentherapie valt onder de Wet op bijzondere medische verrichtingen. VWS heeft afgesproken een vergunning te verlenen aan maximaal één zorgaanbieder in het noorden van Nederland, twee zorgaanbieders in de Randstad en één zorgaanbieder in het zuiden van Nederland. Het AZM en bestralingskliniek Maastro in Maastricht lieten eerder deze week weten samen het zuidelijke centrum voor protonentherapie te willen worden.
In oktober wordt duidelijk aan welke instellingen de minister een vergunning verleent.
De introductie van protonentherapie in Nederland is mede gebaseerd op de in het UMCG ontwikkelde ‘model based-strategie’. Met deze methode kan met behulp van planningsoftware en voorspellende modellen berekend worden voor welke patiënt protonentherapie voordelen biedt boven conventionele radiotherapie. Het is nog niet mogelijk om de meerwaarde van protonentherapie aan te tonen door grote vergelijkende studies met patiënten, omdat er nog geen protonencentra in Nederland zijn. Zowel de Gezondheidsraad als het College voor Zorgverzekeringen hebben de model based-strategie’ geaccepteerd voor de indicatiestelling van protonentherapie.