Het vergelijken van zorgaanbieders in de geestelijke gezondheidszorg blijft moeilijk, ondanks dat het merendeel van de instellingen gebruik maakt van Routine Outcome Monitoring (ROM). Dat is te lezen in de Trendrapportage GGZ 2012 van het Trimbos Instituut die donderdag door minister Edith Schippers van VWS aan de Tweede Kamer is aangeboden.
Landelijke benchmark
Sinds 2012 moeten ggz-instellingen gekoppeld zijn aan ROM, een methode waarmee de resultaten van een behandeling kunnen worden vastgesteld aan de hand van het periodiek meten van de aard en de ernst van de klachten van cliënten. Het ROM-systeem bevat een set verplichte instrumenten om benchmarking mogelijk te maken. Ondanks dat de Stuurgroep Zichtbare Zorg eerder een beperkte set van instrumenten heeft aanbevolen, is er nog steeds een ruime keuze aan instrumenten. Hierdoor zijn de gegevens van de verschillende instellingen niet met elkaar vergelijkbaar en is de Stichting Benchmarkt GGZ vooralsnog niet in staat om een landelijke benchmark te maken.
Weinig gegevens
Daarnaast blijken ggz-instellingen nog maar weinig van hun behandelgegevens in de ROM-systemen te verwerken. In plaats van de afgesproken 20 procent is in 2011 maar voor 1,5 procent van de behandelingen informatie beschikbaar over de effectiviteit.
Kwaliteitsinstituut
Het Trimbos Instituut adviseert daarom om oplossingen te zoeken voor de vulling van ROM-systemen, de keuze voor standaardinstrumenten en de keuze voor casemixvariabelen. Het nieuwe Kwaliteitsinstituut zou hier volgens het Trimbos een rol in kunnen spelen.
Bekijk hier alle rapporten die horen bij de Trendrapportage GGZ 2012.