ActiZ en VWS zijn met elkaar in gesprek om tot een oplossing te komen voor patiënten die herstelzorg nodig hebben, maar daarvoor niet meer tijdelijk in een verzorgings- of verpleeghuis terecht kunnen. Het gaat om zo’n 400 tot 500 patiënten per maand die in het ziekenhuis uitbehandeld zijn, nog herstelzorg nodig hebben voor ze weer thuis kunnen wonen, en dit niet zelf kunnen regelen of bekostigen.
“Daarbij gaat het om een kwetsbare groep die oorspronkelijk al veel in verzorgings- en verpleeghuizen zat”, zegt Aad Koster, directeur van ActiZ. Het gaat om mensen die intensieve verzorging en begeleiding nodig hebben, bijvoorbeeld een oudere patiënt die met een gebroken arm niet meer zelf naar het toilet kan en zichzelf niet kan verzorgen. Sinds 1 januari 2014 worden er geen indicaties ZZP 3 meer afgegeven. Daarmee is ook de vergoeding voor kortdurende herstelzorg in een verzorgingshuis afgeschaft. Hierdoor kan het zijn dat mensen langer in het ziekenhuis liggen, wat meer kosten met zich mee brengt.
Mantelzorg schiet tekort
De overheid stuurt aan op het organiseren van meer zorg in de thuissituatie. “De centrale vraag is: kan dit met mantelzorg worden opgelost?”, zegt Koster. “Wij zien nu al dat dit niet lukt.” ActiZ vindt volgens Koster gehoor bij VWS, maar er is volgens hem nog niets te zeggen over een oplossing.
Financiering
Bij oplossingen denkt ActiZ bijvoorbeeld aan verzorgingshuizen in de wijk, of ‘huisartsbedden. Dat zijn kamers in een buurthuis onder de zorg van een huisarts zoals een zorgorganisatie in Oost-Nederland bijvoorbeeld al heeft. Naast een praktische invulling bestaat er ook nog een financieel vraagstuk. “Mensen die het kunnen betalen, weten vaak zelf wel de weg te vinden naar een zorghotel of kopen zelf de hulp in die zij nodig hebben. Niet iedereen kan dit betalen. Hiervoor moet een oplossing komen, want deze cliënten vallen nu tussen wal en schip.”