Met het instellen van een directiecomité waar ook de medische staf deel van uitmaakt heeft ziekenhuis Bernhoven in Uden de medisch specialisten een volwaardige bestuurlijke rol gegeven. Door de aansturing van het medisch bedrijf in handen te leggen van de artsen hoopt Bernhoven problemen rond de bestuurbaarheid van het ziekenhuis voor te zijn.
Naar eigen zeggen is Bernhoven met het nieuwe bestuursmodel het eerste ziekenhuis in Nederland dat kiest voor een volledige bestuurlijke integratie. Als uitvloeisel van de nieuwe bestuurlijke structuur heeft de Vereniging Medische Staf (VMS) zichzelf opgeheven.
Autonomie
Naast een algemeen directeur telt het nieuwe directiecomité twee medisch directeuren. Zij zijn gekozen voor een periode van vier jaar en sturen het volledige medisch bedrijf aan. Daarmee zijn de belangen van de ziekenhuisorganisatie als geheel en die van medisch specialisten als groep gelijk geschakeld, zo gelooft Bernhoven. Het directiecomité wordt gecompleteerd door een directeur ICT, een financieel directeur, een directeur HR en een directeur commercie en operatie. De algemeen directeur is benoemd door de raad van toezicht en legt aan de raad verantwoordelijkheid af voor het reilen en zeilen van het ziekenhuis als geheel. De andere directeuren zijn benoemd door de algemeen directeur, maar opereren op voet van gelijkwaardighed en hebben op hun werkterrein een grote mate van autonomie.
Lead
Het nieuwe bestuursmodel is een verdere uitwerking van het principe van ‘de dokter in the lead’, zo stelt Bernhoven. Het ziekenhuis in Uden is sinds 2012 georganiseerd langs de lijnen van resultaat verantwoordelijke eenheden (RVE’s). Hierbij is de dokter eindverantwoordelijk voor elk van de RVE’s. “Met de nieuwe governancestructuur is nu ook op bestuurlijk niveau het principe van ‘de dokter in the lead’ doorgevoerd”, aldus het ziekenhuis.
Integrale tarieven
Net als ziekenhuizen elders in Nederland maakt Bernhoven zich op voor de invoering van integrale tarieven. Dit betekent dat de medisch specialisten vanaf 2015 uit het ziekenhuisbudget betaald gaan worden. Daarmee komt ook het fiscaal ondernemerschap van artsen onder druk te staan. Om de nieuwe fiscaal-juridische positie van specialisten recht te doen zijn inmiddels verschillende modellen ontwikkeld. De hamvraag is of artsen voor loondienst kiezen dan wel continuering van het ondernemerschap door het opzetten van een gezamenlijk medisch specialistisch bedrijf.
Gezamenlijkheid
Met dit laatste dreigt volgens sommigen een parallelle bestuursstructuur te ontstaan, waarbij de ziekenhuizen volledig afhankelijk zijn van de medisch specialistische bedrijven. Door de artsen bestuurlijk mede verantwoordelijk te maken denkt Bernhoven dergelijke problemen voorte kunnen zijn. “Bestuurders hebben vaak loondienst als voorkeursmodel, de medisch specialisten juist het samenwerkingsmodel”, stelt Wink de Boer, medisch directeur en MDL-arts. “Daardoor krijg je twee partijen tegenover elkaar met elk een eigen voorkeursmodel. We moeten ons met het oog op de toekomst juist los maken uit dat oude dualisme en definiëren wat ons gezamenlijk belang is. Doordat de dokters binnen het directiecomité nadrukkelijk bestuurlijk vertegenwoordigd zijn kunnen we in gezamenlijkheid naar de verschillende modellen kijken.”
De artsen in Bernhoven maken na de zomer hun standpunt op. Het directiecomité zegt geen voorkeur voor een van de modellen te hebben. Wel zijn de medisch specialisten in Bernhoven in overgrote meerderheid vrij gevestigd. Recent onderzoek van de Orde van Medisch Specialisten (OMS) leert dat vrijgevestigden vrijwel unaniem voorstander van het samenwerkingsmodel zijn. Voolgens De Boer laat het model rond het directiecomité zich zowel met loondienst als ondernemerschap combineren.
De Boer is niet bang dat Bernhoven leergeld moet betalen door als eerste ziekenhuis te pionieren met een directiecomité. “Dit model met een executive comité heeft zich in grote bedrijven al bewezen”, aldus De Boer. “Het is alleen nog nooit in een ziekenhuis toegepast.”