De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft in 2013 in totaal 311 klachten en opmerkingen ontvangen over zorgverzekeraars. Dit is een forse toename ten opzichte van 2012 toen de NZa 182 signalen ontving. Toch geven de consumenten de zorgverzekeraars een gemiddeld rapportcijfer van 7,6, slechts een tiende punt lager dan in 2012.
Met in totaal 55 meldingen ging een groot deel van de signalen over een gebrek aan transparantie, zo stelt de NZa in de Marktscan zorgverzekeringen. Uit de signalen blijkt onder meer dat verzekerden niet altijd goed geïnformeerd worden over de te betalen premie en de hoogte van de vergoedingen, met name in relatie tot de eigen bijdrage.
Ook ontbreekt het geregeld aan actuele informatie over het gecontracteerde zorgaanbod en het preferentiebeleid rond geneesmiddelen. Daarnaast zijn verzekeraars niet altijd duidelijk over de compensatieregeling eigen risico.
Hoewel de NZa geen schendingen van de acceptatieplicht of het verbod op premiedifferentiatie heeft geconstateerd, ziet de NZa sommige verzekeraars wel drempels opwerpen die op gespannen voet staan met de keuzevrijheid van de consument. Zo proberen sommige zorgverzekeraars verzekerden ‘automatisch’ naar bepaalde polissen te leiden. In één geval trof de NZa een polis die nog wel op de markt was voor bestaande verzekerden, maar niet was opengesteld voor nieuwe verzekerden. De betreffende zorgverzekeraar heeft dit hersteld, nadat de NZa de zorgverzekeraar hier op aan had gesproken.
Drempels
Ook werpen zorgverzekeraars soms drempels op voor consumenten die niet tot een bepaalde doelgroep behoren, maar zich tot willen inschrijven voor een doelgroep-polis. Sommige zorgverzekeraars maken het voor consumenten die niet tot de doelgroep behoren niet mogelijk om een aanvullende verzekering bij hen af te sluiten. Hierdoor is de betreffende basisverzekering voor die verzekerden minder interessant.
Oneigenlijk
In weerwil van de eigen conclusie over de schending van de acceptatieplicht heeft de NZa de afgelopen jaren enkele voorbeelden gevonden van oneigenlijke toepassing van de de toegangsvoorwaarden voor collectieve zorgverzekeringen. Aangezien collectiviteiten toegangsvoorwaarden mogen stellen bieden collectiviteiten zorgverzekeraars feitelijk de mogelijkheid om op risico’s te selecteren. In de afgelopen jaren werd hier door enkele zorgverzekeraars gebruik van gemaakt, aldus de NZa.
Ggz
Daarnaast heeft de NZa het afgelopen jaar een aantal klachten ontvangen over zorgverzekeraars die de regeling privacy-bezwaren voor de ggz niet goed toepassen. Op grand van deze regeling bestaat er mogelijkheid om geen diagnose informatie te verstrekken bij de declaratie van specialistische ggz-behandelingen.
Ook op het punt van het vergoeden van niet-gecontracteerde zorg gaan verzekeraars niet even zorgvuldig met de ggz-sector om, constateert de NZa. Volgens de NZa beperken zorgverzekeraars de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg in de ggz veel sterker dan in de medisch specialistische zorg of de mondzorg. Deze handelswijze kan volgens de NZa juridisch strijdig zijn met het zogeheten hinderpaalcriterium.
Financieel resultaat
Financieel doen de zorgverzekeraars het goed. Het gemiddelde exploitatieresultaat op de basis- en aanvullende zorgverzekering per verkochte basisverzekering is toegenomen van 78 euro in 2012 naar 96 euro in 2013. Wat opvalt is dat vooral de vier grote concerns met een gemiddeld exploitatieresultaat van 100 euro per polis goed doen. Voor de overige concerns komt het gemiddelde exploitatieresultaat uit op 67 euro.
Vanwege de meevallende schadelast, goede beleggingsresultaten en stabiele beheerskosten hebben zorgverzekeraars de premie voor 2014 kunnen verlagen. In 2014 is de opslagpremie (het afgeleide deel van de nominale premie, na aftrek van de geschatte schadelast dat zorgverzekeraars gebruiken om hun bedrijfskosten en exploitatiesaldi te dekken) zelfs voor het eerst negatief. De gemiddeld betaalde nominale premie is mede hierdoor gedaald van 1213 euro in 2013 naar 1098 in 2014.
Hoewel de NZa genoeg concurrentie ziet tussen de zorgverzekeraars zet het aantal overstappers niet door. Wisselde in 2013 nog 8,3 procent van de verzekerden van zorgverzekeraar, in 2014 was dit 6,9 procent. De NZa denkt dat de daling van de gemiddelde nominale premie het overstapgedrag negatief heeft beïnvloed.