De kans op complicaties na een longkankeroperatie op vrijdag is aanzienlijk groter dan op andere doordeweekse dagen. De oorzaak ligt in de organisatie van de nazorg.
Dit blijkt uit onderzoek van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in de European Journal for Cardio-thoracic Surgery.
Significant hoger
De studie van IKNL-onderzoeker Ronald Damhuis en collega’s laat zien dat dertien procent van alle longkankeroperaties in Nederland op een vrijdag plaatsvindt. De kans op complicaties na een operatie op vrijdag bedroeg vier procent. Dat is significant hoger dan het gemiddelde van 2,5 procent op andere doordeweekse dagen.
Bezetting
Voor de reden is nog geen hard wetenschappelijk bewijs in Nederland. Een soortgelijke trend werd ook gezien in Engeland. Daar werd een relatie aangetoond met de personele bezetting. Ook op een Europees congres legden longchirurgen een verband met de kwaliteit van de postoperatieve zorg in het weekend. “Ons vermoeden is dat je vooral één tot twee dagen na de operatie complicaties ziet. Daardoor ontstaat het gevaar dat kleine complicaties pas op maandag worden geconstateerd en dat deze dan inmiddels zijn toegenomen tot een grote complicatie”, zegt Damhuis.
Postoperatieve zorg
Het stoppen met opereren op vrijdag is niet echt een optie, zo betoogt de onderzoeker. Er kunnen allerlei verschillende redenen zijn om operaties op die dag te plannen. Beter kunnen ziekenhuizen kijken naar personele bezetting van de postoperatieve zorg in het weekend.
Volume
Volume lijkt ook niet uit te maken. Het IKNL-onderzoek laat zien dat de sterfte na een longkankeroperatie vergelijkbaar was tussen kleine, middelgrote en grote ziekenhuizen. Er is geen relatie gevonden tussen het overlijdensrisico en het aantal operaties. Ook regionaal waren er geen verschillen tussen de ziekenhuizen. Wel werd ontdekt dat er meer complicaties zijn na het verwijderen van de rechterlong. Het is niet bekend waarom dit is.
IKNL onderzocht de gegevens van bijna 10.000 patiënten die tussen 2005 en 2010 een longkankeroperatie moesten ondergaan. Het operatierisico daalde in die periode van 3,3 naar 2,1 procent. Het algemeen overlijdensrisico bedroeg 2,7 procent.