Vier van de tien thuiswonende dementerende ouderen hebben naar eigen zeggen te maken hebben met van een vorm van vrijheidsbeperking. Dat schrijft dagblad Trouw op basis van een onderzoek van de Universiteit Maastricht, die bijna duizend thuiswonende dementerenden ondervroeg.
Van de onderzochte ouderen hebben er 320 te maken met dwang, aldus de universiteit. Tachtig procent van hen krijgt ook ‘onvrijwillige zorg’, aldus de universiteit. Het gaat dan om het stiekem toedienen van medicatie, het opsluiten in huis of het gedwongen moeten douchen. Aan zeven procent worden fysieke beperkingen opgelegd. Deze mensen worden bijvoorbeeld aan tafel vastgebonden of krijgt te maken met bedhekken.
Belastbaarheid
Ouderen die alleen wonen hebben een grotere kans op dwangverpleging. De familie bepaalt in driekwart van de gevallen tot vrijheidsbeperking, aldus de universiteit. Hoe drukker een zorgverlener het heeft, hoe eerder hij overgaat tot verregaande maatregelen. Bij elk stapje op de schaal van belastbaarheid van een tot negen neemt de kans op dwang toe met dertien procent, aldus onderzoekers van de universiteit.
Volgens onderzoekers van de universiteit is dit slechts het topje van de ijsberg. “We hebben alleen gekeken naar mensen die onder toezicht staan van een zogenoemde casemanager”, aldus onderzoeker Jan Hamers in Trouw. “Dat zijn gespecialiseerde mensen die een team rondom een dementerende aansturen. Dit is in Nederland waarschijnlijk de beste zorg die dementerenden thuis hebben.”
Gat
Het onderzoek is volgens Trouw relevant in het licht van de kabinetsplannen om ouderen langer thuis te laten wonen. In de thuiszorg zijn nauwelijks regels voor verpleging, aldus de universiteit. De onderzoekers pleiten daarom voor een nieuwe wet die dit gat opvult.