De grootste zorgverzekeraar van Nederland, Achmea, wordt voor de rechter gedaagd vanwege een nieuwe inkoopprocedure van medicijnen. In een kort geding eisen farmaceutisch bedrijf Janssen-Cilag en de vereniging voor patiënten met de huidziekte psoriasis (PVN) dat Achmea afziet van de nieuwe methode. Dat maakten de twee vrijdag bekend.
Achmea heeft volgens de eisers een systeem op poten gezet waarbij ziekenhuisartsen vanaf 1 januari worden verplicht om zich bij het voorschrijven van geneesmiddelen te houden aan een ranglijst. Die is samengesteld op basis van de hoogte van de kortingen die farmaceutische bedrijven geven. Het zijn veelal dure medicijnen tegen reuma, psoriasis en de ziekte van Crohn.
‘Voorschrijfvrijheid’
Janssen-Cilag, producent van een van de geneesmiddelen, vindt dat Achmea de ‘voorschrijfvrijheid’ van de arts beperkt. Wie verzekerd is bij Achmea zou hierdoor mogelijk niet het geneesmiddel krijgen dat voor hem of haar het beste is.
De PVN benadrukt dat ‘de gemiddelde patiënt’ niet bestaat. “Wat voor de een werkt, werkt niet voor de ander. Arts en patiënt moeten er samen uitkomen.”
Samenspraak
De verzekeraar spreekt tegen dat bepaalde geneesmiddelen worden opgedrongen. “De arts kiest in samenspraak met de patiënt voor de beste behandeling. Van een verplichting om een bepaald geneesmiddel voor te schrijven is dan ook geen sprake”, aldus een woordvoerster. “Achmea houdt met de inkoopprocedure alle geneesmiddelen beschikbaar voor verzekerden.”
De verzekeraar hanteert inderdaad een ranglijst “maar dit is nadrukkelijk geen verplichting voor de arts”. Tot nu toe hebben volgens haar negentien ziekenhuizen zich aangesloten bij de inkoopprocedure. Om hoeveel patiënten en verzekerden het gaat, kon ze niet zeggen. (ANP)