De meerderheid van de medisch specialisten kiezen voor het samengaan van maatschappen tot één medisch specialistisch bedrijf (msb). Bij deze keuze spelen “fiscale overwegingen een zwaarwegende rol”. Dit meldt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in een voortgangsbrief aan minister Schippers over de invoering van de Integrale tarieven in de medisch specialistische sector.
Per 1 januari 2015 wordt in de medisch specialistische sector een regime van integrale bekostiging ingevoerd. Onder dit nieuwe regime, krijgen vrijgevestigde medisch-specialisten hun honorarium niet langer van de verzekeraars, maar van het ziekenhuis. Dit raakt aan de fiscale status van de specialisten en de bestuurbaarheid van het ziekenhuis en vergt zodoende een ingrijpende bestuurlijke en organisatorische herijking.
Deze organisatorische herijking resulteert nu in de invoering van verschillende modellen, te weten het loondienstmodel, waarbij medisch specialisten in dienst komen van het ziekenhuis, het samenwerkingsmodel en het participatiemodel. De meerderheid van de medisch specialisten kiest voor het samenwerkingsmodel, al dan niet in een fiscaal transparante vorm. Hierbij verenigen de verschillende maatschappen zich in één medisch specialistisch bedrijf
WNT
Ziekenhuizen zien de specialisten liever in loondienst komen en stellen daar, naast de subsidieregeling van 100.000 euro per specialist die door VWS ter beschikking is gesteld, aanvullende subsidies voor ter beschikking. De specialisten zien hier echter weinig heil in omdat zij hierdoor onder de Wet Normering Topinkomens (WNT) zouden gaan vallen. Ook de onduidelijkheid over pensioenen en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen spelen hierbij een rol.
Op termijn wil een aantal ziekenhuizen toe naar een participatiemodel, waarbij medisch specialisten mede-eigenaar worden van het ziekenhuis. Er zijn volgens de NZa enkele ziekenhuizen die de invoering van het participatiemodel per 2015 voorbereiden en een aantal dat in eerste instantie kiest voor een samenwerkingsmodel, maar op de langere termijn (binnen vijf jaar na 2015) de intentie heeft om over te gaan naar een participatiemodel.
Samenwerking
In de brief wijst de NZa erop dat het de verantwoordelijkheid van zowel ziekenhuis als de medisch specialisten is om er voor te zorgen beide partijen niet uit elkaar groeien. “In sommige varianten van de modellen lijken de medisch specialisten meer macht te krijgen dan in de huidige situatie met maatschappen en individuele toelatingsovereenkomsten. Of dit in de praktijk ook echt zo zal uitpakken, zal moeten blijken uit de samenwerkingsovereenkomsten en de afspraken die hierin worden vastgelegd over de governancestructuur en kwaliteit van zorg,” aldus de NZa.
Ook waarschuwt de NZa nog voor de problemen die kunnen ontstaan wanneer de belangen van beide partijen te ver uit elkaar komen te liggen. Zo ligt de verantwoordelijkheid voor het registreren bij de medisch specialist, terwijl de verantwoordelijkheid voor het declareren bij het ziekenhuis ligt. Hier liggen volgens de NZa risico’s (op fouten) op de loer als hierover geen heldere afspraken worden gemaakt.