Door het overhevelen van zorgtaken naar gemeenten op 1 januari 2015 hebben veel mensen hogere kosten. Een kwart zegt minder zorg te krijgen. Een ruime meerderheid voelt zich onvoldoende geïnformeerd over de veranderingen. Dat heeft geleid tot gevoelens van onrust en machteloosheid.
Die cijfers komen naar voren uit een enquête van TNS Nipo in opdracht van GroenLinks. Ze werd gehouden onder 251 mensen die voor de jaarwisseling vielen onder de WMO (ondersteuning van mensen die thuiswonen) en 250 personen die toen te maken hadden met de AWBZ (langdurige zorg).
Volgens het onderzoek zegt 48 procent van degenen die tot voor kort met de WMO te maken hadden, nu hogere kosten te hebben voor professionele zorg. Bij mensen die onder de AWBZ vielen is dat 39 procent. Een op de vier mensen verklaart minder zorg te krijgen. Circa 10 procent zegt niet meer thuis te kunnen blijven wonen.
Geïnformeerd
Bijna de helft van de ondervraagden laat weten dat vrienden, familie of buurtgenoten de zorg die zij nodig hebben, niet kunnen leveren. Onder de lagere inkomens is dat percentage hoger. Slechts 10 procent van de ondervraagden voelt zich goed geïnformeerd over de veranderingen die op hen afkwamen. Een kwart is verontwaardigd en angstig. Vrijwel niemand is positief over de wijzigingen per 1 januari.
Tweede Kamerlid Corinne Ellemeet van GroenLinks noemt de cijfers zorgelijk. “Vooral de laagste inkomens ondergaan de pijnlijke effecten van de miljardenbezuinigingen op de zorg. De rechtse bezuinigingsagenda heeft onrechtvaardige gevolgen.”
Zorggarantie
GroenLinks wijst op de belofte van het kabinet dat de zorg door de hervormingen beter en meer op maat georganiseerd zou worden. “PvdA-leider Diederik Samsom gaf een jaar geleden zelfs een ‘zorggarantie’.” (ANP)