VGZ stopt met het opleggen van hoge kwaliteitsnormen aan zorgaanbieders. Dat meldt het Financieele Dagblad (FD). De tweede zorgverzekeraar van Nederland wil zich concentreren op het in de perken houden van de kosten.
VGZ geeft hiermee de door de politiek opgelegde rol van ‘regisseur van de zorg’ terug. Zorgverzekeraars hebben in het stelsel twee taken: het in de hand houden van de kosten en het sturen op kwaliteit van de zorg.
VGZ deed dat laatste door bij de inkoop van zorg hoge normen aan de aanbieders te stellen. In de contractonderhandelingen voor 2016, die deze week beginnen, neemt VGZ geen nieuwe, extra hoge normen meer op. In plaats daarvan conformeert de verzekeraar zich weer aan de eisen die de artsen zelf onderling vaststellen.
“Wij zagen onszelf als de bewaker van de kwaliteit van de zorg. Maar we moeten constateren dat de buitenwereld ons die rol helemaal niet gunt”, zegt bestuursvoorzitter Tom Kliphuis in het FD. “De hoge kwaliteitseisen leiden vooral tot veel gekrakeel, ophef en geruzie. Het roept zo ontzettend veel weerstand op dat je je moet afvragen: is dit nog wel effectief?”
“Dat kwaliteit belangrijk is deel ik nog steeds, maar wij willen niet meer bepalen wat kwaliteit is”, gaat Kliphuis verder. “Bedrijfsmatig schieten we er ook weinig mee op. De winst is te gering ten opzichte van de reputatieschade en de discussies met zorgaanbieders kosten ontzettend veel tijd en moeite.”
Isala
Nog geen drie weken geleden raakte VGZ in conflict met de Zwolse Isalaklinieken over operaties bij maag- en slokdarmkanker. Het ziekenhuis kreeg geen contract voor 2015 omdat het niet voldeed aan de normen van 30 operaties per jaar, die VGZ als minimum had gesteld bij beide aandoeningen.
Het ziekenhuis noemde de hoge eis van VGZ ‘onbegrijpelijk’. De norm is volgens een woordvoerder van het ziekenhuis niet gevalideerd of geaccordeerd door landelijke instanties. Menzis gaf Isala juist een keurmerk geeft voor deze operaties.