De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gaat letten op het functioneren van medewerkers in de zorg, in het kader van kwaliteit en veiligheid in de sector. Bestuurders en zorgverleners moeten elkaar bij de les houden zodat voorkomen wordt dat de Inspectie maatregelen moet nemen.
Dit zegt Ronnie van Diemen, inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg, in Markant.
Volgens haar hebben op veel terreinen in de zorg verbeteringen plaatsgevonden. “De Inspectie zou nu beter moeten kunnen zien of de raden van bestuur werkelijk alle aspecten van kwaliteit en veiligheid in het vizier hebben”, zegt de baas van IGZ. “Daarom gaan we ons nu richten op de vraag of de bestuurder in control is op aspecten van kwaliteit en veiligheid. Tien jaar geleden hadden we dat niet kunnen doen, want toen stonden die bij bestuurders veel minder op de agenda.”
Disfunctioneren
Vanwege de focus op kwaliteit en veiligheid gaat Van Diemen meer letten op medewerkers in de zorg.”We willen stimuleren dat bestuurders en zorgverleners elkaar goed bij de les houden als iemand dreigt te gaan disfunctioneren. Dat er bijvoorbeeld iets gebeurt als iemand naar alcohol ruikt.”
Volgens haar moet er een klimaat zijn waarin bespreekbaar wordt dat iemand door problemen, zoals een scheiding, tijdelijk uit balans is. Zo moet voorkomen worden dat iemand uiteindelijk structureel disfunctioneert en dat de raad van bestuur diegene eruit moet zetten, of dat de IGZ maatregelen moet nemen. “We zijn in Nederland goed in het bouwen van systemen, maar het gaat in dit geval om het aanspreken van zorgverleners op gedrag.”
Bestuurlijke verantwoordelijkheid
IGZ maakte in februari 2015 bekend bestuurders en interne toezichthouders op hun bestuurlijke verantwoordelijkheid aan te gaan spreken, met betrekking tot kwaliteit en veiligheid. Daar wil Van Diemen tijd en energie in steken, zegt ze in Markant. “Dat doe je niet van vandaag op morgen, daar ben je over een langere periode mee bezig.” En, stelt ze, het kan nooit door alleen met een bestuurder te spreken. Inspecteurs zullen ook zorgprocessen observeren en gesprekken voeren met zorgverleners, en bewoners en hun familie.