market cart and supermarket view and parking © SkyLine / fotolia.com
Zorgverzekeraar Achmea maakt een begin met de integrale inkoop van zorg. Achmea wil op deze manier meer recht doen aan het klantperspectief. Dat laat zich volgens Achmea vaak niet vatten binnen de lijnen waarlangs de huidig zorg is ingericht.
“Bij een simpele electieve ingreep is het natuurlijk anders dan bij chronische zorg, maar vaak gaat het belang van verzekerden over de grenzen van een specifieke aanbieder heen”, licht Olivier Gerrits, directeur Zorginkoop, de nieuwe werkwijze toe. “Terwijl als je per segment beleid maakt, je vooral kijkt naar wat een aanbieder te bieden heeft.”
Thuisdialyse
Als voorbeeld noemt Gerrits dialysezorg. Waar directe zorginkoop bij een dialysecentrum automatisch leidt tot afspraken over een x-aantal dialyses in het centrum, kan het cliëntperspectief als vertrekpunt een heel ander resultaat op leveren. “Als je het perspectief van de patiënt kiest, gaat het al snel over thuisdialyse, want in de thuissituatie kunnen patiënten zelf de duur en frequentie bepalen wat de kwaliteit van leven vaak positie beïnvloedt. Daardoor worden patiënten stabieler en voelen zich vaak ook energieker.”
Volgens Gerrits krijgt op dit moment maar 3 procent van de patiënten in Nederland thuisdialyse, terwijl dat in een land als Nieuw-Zeeland circa 20 procent is. Deze cijfers suggereren dat integrale inkoop potentieel grote gevolgen kan hebben voor de business van zorgaanbieders. “Het klopt dat het het belang van een aanbieder raakt, maar als het voor de patiënt aantoonbaar beter is, dan moet je die keuze maken. De meeste zorgaanbieder zullen daar vanuit hun intrinsieke motivatie om het beste voor de patiënt te doen geen moeite mee hebben, maar het moet medisch inhoudelijk natuurlijk wel kloppen.”
Voorlopig beperkt Achmea de nieuwe manier van zorginkoop tot acht modules. Naast Nierinsufficiëntie zijn dit Oncologie, Kwaliteitsverbetering geboortezorg, Eerstelijnsdiagnostiek, Hart & vaten, Zorg in de wijk, Gezond werken en Pro Life. Om integraal in te kopen, past Achmea ook de eigen organisatie aan. De huidige segmentindeling maakt plaats voor landelijke en regionale inkoopteams. De nieuwe werkwijze wordt voor het eerst ingezet in 2016.
Maatwerk
Achmea wil integrale zorginkoop niet als een wondermiddel presenteren. “Er is niet één bekostigingsmethodiek die in alle situaties toepasbaar is”, zegt Gerrits. “Allemaal hebben ze sterke en zwakke punten; fee-for-service heeft een volumeprikkel in zich, uitkomstbekostiging kan leiden tot risicoselectie, terwijl populatiebekostiging weer tot onder-behandeling of wachtlijsten kan leiden.”
Ook bij andere sturingsinstrumenten pleit Gerrits voor maatwerk, waarbij het uiteindelijke doel in de vorm van goede, doelmatige zorg centraal staat. “Selectieve inkoop of substitutie zijn geen doel op zich, maar een middel . Selectief inkopen doe je bijvoorbeeld om slechte kwaliteit uit te sluiten of om de aanleg van dure infrastructuur te voorkomen die niet optimaal wordt gebruikt.”
Een specifiek punt van zorg zijn wat Gerrits betreft de huidige volumenormen. “We juichen het toe dat de aanbieders minimumnormen hebben neergezet, maar we moeten oppassen dat die normen geen barrière worden voor verdere netwerkvorming. In oncologie is dat een breed gedragen eindbeeld, maar in regionale structuren bestaat de angst om onder de normen te komen. Natuurlijk zijn die minimumnormen normen waaraan iedereen moet voldoen. Maar we moeten geen barrières opwerpen voor ontwikkelingen die de patiënt uiteindelijk ten goede komen. Wat in ieder geval niet helpt is als verzekeraars verschillende minimumnormen gaan hanteren.”