De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) mocht het budget voor de huisartsenzorg voor 2012 en 2013 met 98 miljoen euro korten om de overschrijding van dat budget in 2009 en 2010 te compenseren. Dat concludeert het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) donderdag in een uitspraak.
De Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) had bezwaar aangetekend tegen die tariefkorting. Het college beoordeelde dat als ongegrond.
Foute berekeningen
De LHV betoogde dat de korting is gebaseerd op ondeugdelijke berekeningen. De huisartsenvereniging wees onder meer op een rapport van de Algemene Rekenkamer van november 2011 waaruit zou blijken dat de begroting van het ministerie van VWS de afgelopen jaren structureel te laag is geraamd. Voor ketenzorg was in de rijksbegroting 2010 aanvankelijk een bedrag van 241,5 miljoen euro gereserveerd, maar dit bedrag is nadien verlaagd tot 134,1 miljoen euro.
Het ministerie wierp tegen dat de ramingen die aan de budgettering ten grondslag liggen geen voorspelling of verwachting van de kostenontwikkeling zijn. De ramingen hebben een normstellend karakter en geven weer welke kosten de minister voor de deelsector aanvaardbaar acht.
Het college erkende eerder al de bestuurlijke en politieke bevoegdheid van de minister om het financiële kader voor de gezondheidszorg vast te stellen. Bij het bezwaar wees het college dit argument opnieuw van de hand.
100 miljoen
Op het moment dat de NZa over het bezwaar van de LHV besliste, leek de budgetoverschrijding over 2009 en 2010 lager uit te vallen, 79 miljoen euro in plaats van 98 miljoen. Toch kon de NZa vasthouden aan die korting, omdat de budgetoverschrijding over 2011 alweer was opgelopen tot 100 miljoen euro.
De uitspraak van het CBb is definitief, hoger beroep is niet mogelijk.