Bij dementie moet er veel meer aandacht komen voor de persoon in plaats van de ziekte. Een sociale benadering met aandacht voor de behoeften van dementerenden en hun mantelzorgers is nodig, en daarbij kunnen zorginstellingen ook een rol spelen. Dit stelt Anne-Mei The, bijzonder hoogleraar Langdurige Zorg en Dementie aan de Universiteit van Amsterdam.
The presenteerde het model Sociale Benadering Dementie donderdag in Leeuwarden. Uitgangspunt in het model zijn mensen met dementie en hun naasten, en het gaat daarbij om de “voortdurende wisselwerking” tussen het medische, psychologische- en sociale domein. Het idee hiervoor de sociale benadering komt voort uit het onderzoek van Anne-Mei The naar praktische oplossingen om een betere leefwereld te creëren voor mensen met dementie en hun naasten. Dit onderzoek verricht zij in het kader van de Proeftuin Dementie Friesland, bij de Kwadrantgroep.
Hoewel het goed is dat er aandacht voor de medische aspecten is en erin wordt geïnvesteerd, moet er volgens The meer aandacht komen voor de sociale aspecten. Ze wijst erop dat mensen met dementie verreweg de langste periode gewoon thuis wonen. Deze periode wordt steeds belangrijker doordat mensen zo lang mogelijk willen wonen en omdat dit het beleid is van de overheid. Juist “het leven doorleven” vraagt veel van mensen met dementie én van hun naasten. Zij moeten onder meer leren omgaan met de ziekte en hun verwachtingen bijstellen. Uitputting ligt volgens de hoogleraar op de loer.
Beginjaren
“Uit relevante literatuur en uit mijn eigen onderzoek onder dementerenden blijkt dat deskundigen de beginjaren over het hoofd zien”, zegt The. Zeker in die beginfase hebben mensen met dementie en hun mantelzorgers behoeften die niet medisch- of zorg-gerelateerd zijn. “Het is belangrijk dat er aanbod wordt ontwikkeld voor de beginfase, voordat het uit de hand loopt en iemand niet meer thuis kan blijven wonen”, stelt The. Als voorbeelden noemt ze informele zorg en thuiszorg voor degene met dementie, en mogelijkheden om de mantelzorger te ontlasten.
“Nu wordt er nog erg gedacht vanuit het aanbod in de instelling.” Als het aan The ligt, gaan bestuurders van zorginstellingen veel meer nadenken over wat ze kunnen betekenen voor mensen met dementie en hun naasten in een veel eerder stadium – al was het maar omdat het financieel interessant is om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen.
The gaat de komende tijd onderzoeken hoe kan worden voorkomen dat mensen met dementie snel hun huis verruilen voor een verpleeghuis. Ze wil onderzoeken in hoeverre het verbeteren van de leefwereld van mensen met dementie hierin een rol kan spelen. Om die leefwereld te onderzoeken, heeft The de Dementie Verhalenbank tot haar beschikking. De verhalenbank is onderdeel van de Proeftuin Dementie Friesland, die begin 2015 van start is gegaan. Bij de Proeftuin Dementie Friesland zijn, naast The, ook Roelof Jonkers en Liz Cramer betrokken. Jonkers is bestuursvoorzitter van de Kwadrantgroep, Cramer is getrouwd met een man die dementie heeft.