De verhouding tussen huisarts en verzekeraar wordt gelijkwaardiger, het mes gaat in de “verlammende bureaucratie” en er komt een eenvoudiger en zinvoller kwaliteitssysteem. De zorgverzekeraars, beroepsorganisaties, het ministerie van Volksgezondheid en toezichthouders hebben dit afgesproken in het Zomerakkoord, volgens de actiegroep ‘Het roer moet om’. Hiermee gaan de partijen in op de eisen die huisartsen sinds de oprichting in maart al stellen.
Het Zomerakkoord vindt zijn oorsprong in het nationaal debat over de huisartsenzorg van ‘Het Roer Moet Om’, dat plaatsvond op 10 juni in Amsterdam. Met minister Schippers als aanjager, hebben de betrokken partijen om in de zomermaanden, onder voorzitterschap van de beroepsorganisaties LHV, Ineen en NHG, samen gepraat om te onderzoeken of ze aan de eisen van de huisartsen tegemoet konden komen. Het doel was om uiterlijk begin oktober een akkoord te sluiten, nog voor de nieuwe contracteringsronde van de zorgverzekeraars.
Het Zomerakkoord bevat volgens de actiegroep veel concrete en effectieve maatregelen om de “onzinnige bureaucratie” in de huisartsenpraktijk fors terug te dringen: uniforme formulieren, geen overbodige herhaalformulieren, zoveel mogelijk alleen een verwijsbriefje. “Ook wat betreft de oeverloze kwaliteitsmetingen zijn forse stappen gezet: het verstikkende controlesysteem met honderden indicatoren maakt plaats voor een veel kleiner scala aan zinnige maatregelen, gericht op continue kwaliteitsverbetering.”
Wezenlijke doorbraak
De actiegroep noemt het Zomerakkoord een “wezenlijke doorbraak” voor de bijna achtduizend huisartsen die zich achter het Manifest van de Bezorgde Huisarts hebben geschaard. Deze eisen spijkerde een handjevol huisartsen in maart aan het ministerie van VWS. Huisarts Peter de Groof, één van de initiatiefnemers: “Wat jarenlang voor onmogelijk werd gehouden is nu gelukt: we hebben het roer om gekregen. Nu zorgen dat het ook om blìjft.” De betekenis van het Zomerakkoord voor zowel huisartsen als patiënten is groot. De Groof: “De geest van dit akkoord is dat we terug gaan van het dictaat van het geld naar het primaat van de patiënt, van papieren werkelijkheden naar meer tijd voor patiënten en van krampachtige controle naar kwaliteitsverbetering vanuit vertrouwen.”
De huisartsenorganisaties LHV, NHG en VPH en eerstelijnsorganisatie InEen zijn ook te spreken over het Zomerakkoord. zij noemen het een “echte verandering in het belang van de huisarts en zijn patiënten”. “Op het gebied van meer gelijkwaardigheid, minder bureaucratie, kwaliteit en kwaliteitsmeting zijn belangrijke stappen gezet.” Deze stappen moeten het werk van huisartsen makkelijker en weer aantrekkelijker maken, zodat meer tijd kan worden besteed aan de patiënt.
Concreet hebben de betrokkenen in het akkoord meerdere afspraken gemaakt over het terugdringen van de administratieve lasten fors terug te dringen. Ten eerste volstaat bij het voorschrijven van genees- en hulpmiddelen voortaan het recept; bijna alle extra formulieren vervallen. Ten tweede wordt het herhalen van machtigingen voor materialen bij chronische aandoeningen geschrapt. Een derde punt is dat als merkgeneesmiddelen worden voorgeschreven, de vermelding ‘medische noodzaak’ op het recept volstaat. Extra formulieren vervallen. Ten slotte is voor een doorlopende medisch-specialistische behandeling het volgende jaar geen nieuwe verwijzing nodig.
Goede basis voor samenwerking
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is tevreden over de afspraken die zijn gemaakt over de huisartsenzorg, aldus voorzitter André Rouvoet bij de presentatie van het Zomerakkoord. “We zijn weer met elkaar in gesprek en er is een goede basis voor samenwerking.” Volgens Rouvoet gaan huisartsen, patiënten en zorgverzekeraars nu anders met elkaar om: “Er is meer erkenning gekomen voor elkaars rollen en verantwoordelijkheden. We delen drie belangrijke uitgangspunten: samenwerken in gelijkwaardigheid, terugdringen van onnodige bureaucratie en transparantie over kwaliteit van zorg. Van daaruit hebben we concrete veranderingen afgesproken die bijdragen aan behoud en verdere verbetering van de huisartsenzorg voor 17 miljoen verzekerden.”
Rouvoet complimenteert het actiecomité Het Roer Moet Om. “Zeker op het punt van onnodige bureaucratie hebben ze terecht aan de bel getrokken en daarmee de discussie losgemaakt. Het is goed dat zorgverzekeraars met huisartsen daar nu kritisch naar gekeken hebben. We hebben concrete afspraken gemaakt over het terugdringen van overbodige en achterhaalde formulieren, procedures of handelingen. Uitgaande van de wederzijdse vertrouwensbasis die nu gelegd is, kunnen we de administratieve lasten samen aanpakken”.
Rouvoet kondigde aan dat de zorgverzekeraars ook de administratieve lasten voor andere zorgverleners kritisch tegen het licht willen houden. “We hebben nu afspraken gemaakt met de huisartsen, hierna willen we snel ook met andere beroepsgroepen aan de slag, te beginnen in de eerste lijn.” Samen met de huisartsenorganisaties gaan de zorgverzekeraars werken aan de voorbereiding van een op onderdelen uniform basiscontract en aan gezamenlijke good contracting practices.
‘Repressieve dreigbeleid
Volgens de actiegroep ‘Het roer moet om’ bereikten de huisartsen een eerste doorbraak twee weken geleden, toen toezichthouder ACM aankondigde het “repressieve dreigbeleid” ten aanzien van samenwerkende huisartsen op te schorten en in te ruilen voor een gedoogbeleid, waardoor samen zorg afstemmen in de wijk en samen onderhandelen met de verzekeraars mogelijk wordt. Een belangrijke doorbraak, vindt het actiecomité, maar de huisarts moet definitief uit de Mededingingswet worden geschrapt.
Bij dit alles past wel een kanttekening, aldus De Groof: “Bureaucratieën zijn weerbarstig, ze vallen vaak snel in de oude plooien terug. Als huisartsen zullen we dit komende tijd scherp in de gaten houden. Ook minister Schippers heeft aangekondigd de verdere uitwerking van het akkoord te zullen blijven volgen.”