Topfunctionarissen in de zorg mogen vanaf 1 januari 2016 niet meer dan 179.000 euro bezoldiging ontvangen. Dat laat minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan de Tweede Kamer weten.
De topinkomens in verschillende (semi)publieke sectoren zijn al verlaagd naar 100 procent van het ministerssalaris. Vóór 1 januari 2015 mochten topfunctionarissen nog 130 procent van een ministerssalaris verdienen, vanaf die datum werd dat 100 procent. Nu gaan ook de bezoldigingen van topfunctionarissen in de resterende sectoren zorg, wonen en wetenschappelijk onderwijs met ruim 50.000 euro naar beneden.
In de sectoren zorg, wonen en wetenschappelijk onderwijs gelden naast de maximumnorm van de Wet Normering Topinkomens (WNT) van 179.000 euro ook staffels (lagere normen). De hoogte van die staffels hangt af van diverse factoren, bijvoorbeeld de omvang van de instelling. De vakministers hebben gebruik gemaakt van een overgangsjaar om deze staffels opnieuw vast te stellen met de sector. Binnen het onderwijs gold dit overgangsjaar alleen voor het wetenschappelijk onderwijs, voor de andere onderwijssectoren geldt al een verlaagd maximum sinds 1 januari 2015.
Minister Plasterk kondigt ook aan dat hij in december met de evaluatie van de wet komt, drie jaar na de inwerkingtreding. Deze wetsevaluatie wordt meegenomen in de verdere voorbereiding van wetgeving om de reikwijdte van het bezoldigingsmaximum uit te breiden.