Het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem mag de behandeling van twee ernstig chronisch zieke broers als zijnde planbare zorg verplaatsen van het weekend naar een doordeweekse dag. Wel moet het ziekenhuis de broers een duidelijke overbruggingstermijn geven, zodat ze aan de nieuwe situatie kunnen wennen.
Dat heeft de kantonrechter in Arnhem bepaald in een kort geding dat door de twee broers en hun naasten was aangespannen. De twee lijden aan een chronische ziekte waardoor hun lichaam geen antistoffen aanmaakt. Om in leven te blijven krijgen ze sinds medio 2013 iedere twee weken een intensieve levensverlengende infuusbehandeling in Rijnstate.
Gelet op de opleiding die één van de broers volgt stemde de behandelend arts er in 2013 mee in om de behandeling op zondag uit te voeren. Aangezien het hier planbare zorg betreft wil Rijnstate van de constructie af. Volgens het ziekenhuis in Arnhem is de zorg in de avond-, nacht- en weekenduren afgestemd op spoedpatiënten en al opgenomen patiënten. Door de beperkte personele bezetting kan de kwaliteit van de behandeling van de broers niet gegarandeerd kan worden, aldus Rijnstate.
Bovendien was de weekendbehandeling van meet af aan een gedoogsituatie die op een bepaald moment zou gaan stoppen, hetgeen volgens het ziekenhuis destijds al met de betrokkenen was gecommuniceerd.
Geen bindende afspraak
De rechter vindt het gezien de ernst en buitengewone aard van de problematiek begrijpelijk dat de broers verwachtten dat de behandeling in het weekend voor de gehele duur van de opleiding van zou worden gecontinueerd. Dit kan wat de rechter betreft niet worden opgevat als een bindende afspraak.
Ook legt de rechter het argument naast zich neer dat de opleiding en het stage-bedrijf, dat geen weet heeft van de aandoening, moeilijk zullen gaan doen als de behandeling naar een doordeweekse dag wordt verplaatst. “Er is geen echt aanknopingspunt voor de gedachte dat de werkgever en de HAN niet bereid zijn om mee te denken over een regeling waarbij [eiser 2] eens in de twee weken doordeweeks behandeling kan ondergaan zonder dat de opleiding daardoor in de knel komt of in gevaar”, aldus de rechter in het vonnis.
Precedent
Hoewel behandeling in het weekend volgens de rechter niet tot onoverkomelijke problemen voor Rijnstate leidt, is het wel aannemelijk dat een en ander de organisatie van de doorkruist. “Het is nu eenmaal zo in grote organisaties, en in ziekenhuizen komt daarbij nog het bijzondere belang van de patiëntveiligheid, dat werkprocessen tamelijk strikt moeten worden georganiseerd en dat uitzonderingen daarop al gauw in meerdere of mindere mate verstorend werken”, aldus de rechter.
Daarnaast vindt de rechter dat een ziekenhuis moet waken voor precedentwerking. Hierdoor zouden ook patiënten in vergelijkbare omstandigheden planbare zorg buiten de reguliere tijden kunnen gaan opeisen. Alles afwegend oordeelt de rechter dat Rijnstate de behandeling van de broers mag verplaatsen mits een duidelijke termijn in acht wordt genomen. De rechter beveelt Rijnstate daarom om de tweewekelijkse behandelingen op zondag te blijven uitvoeren tot 1 juli 2016.