De NVZ vereniging van ziekenhuizen gaat bij de Hoge Raad in cassatie tegen het vonnis waarmee het gerechtshof in Den in november groen licht gaf voor een korting op het ziekenhuisbudget. De NVZ wil met de cassatie zowel de macrokorting van tafel krijgen als duidelijkheid krijgen over de vraag wie verantwoordelijk is voor de overschrijding.
Disproportioneel
In eerste instantie bepaalde de rechter medio september dat de voorgenomen aanwijzing van de minister aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over een structurele korting van 549 miljoen euro geen doorgang kon vinden. Het gerechtshof stelde echter toch VWS in het gelijk. De NVZ blijft overtuigd van de onrechtmatigheid van de korting, die inmiddels is verlaagd tot 314 miljoen. De korting is nog steeds niet onderbouwd en de oorzaken ervan zijn niet onderzocht. Ondanks de verlaging is de omvang van de korting onverminderd disproportioneel: drie keer zo hoog als de hoogste korting tot dusverre. De gevolgen voor innovatie, investeringen en financiële soliditeit van ziekenhuizen zullen aanzienlijk zijn.
Onrechtvaardig
Daarnaast vinden ziekenhuizen het principieel onrechtvaardig dat zij de gevolgen moeten dragen van het macrobudgetteringsbeleid van de overheid, terwijl zij slechts de door zorgverzekeraars gecontracteerde zorg hebben geleverd. De NVZ onderstreept dat ziekenhuizen – in tegenstelling tot zorgverzekeraars – het totaal van de geleverde zorg niet kunnen monitoren, en dat vanwege het mededingingsbeleid ook niet mogen.