De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) onderzoekt of het Maasstad Ziekenhuis bij een eerdere besmetting met ESBL juist heeft gehandeld. De inspectie wil ondermeer weten of het ziekenhuis de besmetting tijdig en volgens de daarvoor gelden regels gemeld heeft.
Extended Spectrum Beta-Lactamase (ESBL) is een enzym dat er voor zorgt dat bacteriën resistent worden tegen antibiotica. ESBL kan duiden op de aanwezigheid van bacteriën als klebsiella pneumonia en E.coli, aangezien het deze bacteriën zijn die ESBL produceren. In antwoord op vragen van PvdA-Kamerlid Arib zegt minister Schippers van Volksgezondheid dat het Maasstad Ziekenhuis sinds 2009 last heeft van ESBL-producerende bacteriën. De NOS meldde eerder op basis van anonieme bronnen dat het Maasstad Ziekenhuis mogelijk als sinds 2008 te kampen heeft met een ESBL-uitbraak. Uiteindelijk bevestigde het Maasstad Ziekenhuis tegenover de NOS dat de eerste gevallen van bacteriën met ESBL’s op de ic van het ziekenhuis in 2009 geconstateerd zijn.
Meldplicht
Hoewel minister Schippers in haar beantwoording van de Kamervragen zegt dat “het niet gebruikelijk is dat aanwezigheid van ESBL-producerende bacteriën wordt gerapporteerd bij de GGD”, valt een en ander volgens een woordvoerder van de RIVM wel degelijk onder de meldplicht zoals vastgelegd in de Infectieziektenwet. De inspectie onderzoekt nu of en wanneer het Maasstad de ESBL-uitbraak bij de GGD heeft gemeld. Overigens richten de inspanningen van de inspectie zich vooralsnog op de beheersing van de recente uitbraak van de klebsiella-bacterie. “Vervolgens zal nader onderzoek van de IGZ moeten uitwijzen of en in hoeverre er sprake is geweest van ‘niet adequaat reageren’ of ‘onverantwoordelijk handelen’”, aldus minister Schippers. “Naar aanleiding van de uitkomst van het inspectieonderzoek zullen eventueel stappen worden genomen.”
Onjuist
NRC Handelsblad meldde donderdag dat microbiologen van het Maasstad Ziekenhuis eerder van de klebsiella-besmetting afwisten dan het ziekenhuis aanvankelijk naar buiten bracht. Nadat de NOS eind mei berichtte over de klebsiella-uitbraak, stelde het ziekenhuis dat de eigen microbiologen nog maar net op de hoogte waren van de uitbraak. Volgens NRC klopt dit niet. Medisch microbioloog Ann Demeulemeester van het huisartsenlaboratorium in Etten-Leur ontdekte op 14 maart de bacterie bij een patiënt, die daarvoor enkele maanden op de intensive care van het Maasstad had gelegen. Zij lichtte meteen haar collega bij het Maasstad Ziekenhuis in over de vondst. Ook het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam lichtte, op 8 april, het Rotterdamse ziekenhuis in over de vondst van de resistente klebsiella.
Niet op de hoogte
Bestuursvoorzitter Paul Smits laat het NRC in een reactie weten niet op de hoogte te zijn van de waarschuwingen in maart en april. Hij was ook in mei niet op de hoogte van de uitbraak van de gevaarlijke resistente bacterie. Volgens Smits is een verschil van inzicht tussen de hygiënisten en de medisch microbiologen er de oorzaak van dat de besmetting pas zo laat bekend werd. De medisch microbiologen dachten lang dat ze het zelf op konden lossen, aldus Smits.
Expertise aangeboden
Mede als gevolg hiervan heeft het Maasstad Ziekenhuis geen gebruik gemaakt van de aanwezige interne expertise op het gebied van patiëntveiligheid. Uit protest hiertegen heeft vorige week vrijdag anesthesioloog Jan Klein, die tevens hoogleraar veiligheid in de zorg is bij de Erasmus Universiteit Rotterdam, zijn functie bij het Maasstad Ziekenhuis neergelegd. “Tijdens mijn aanstelling als anesthesioloog, heb ik mijn expertise over patiëntveiligheid met enige regelmaat aangeboden aan de directie van het Maasstad Ziekenhuis”, schrijft Klein in zijn blog op Artsennet.nl. “In de huidige crisis was er een situatie ontstaan waarbij ik niet anders kon en wilde dan mijn kennis uit de praktijk en de wetenschap in te brengen om mee te helpen aan de oplossing. Ondanks herhaald aandringen is niet op mijn aanbod ingegaan”.
Best practice
Klein was in 2009 als extern deskundige nauw betrokken bij een calamiteit met een besmet narcosemiddel in het Havenziekenhuis in Rotterdam. Vanwege de daadkrachtige en transparante afhandeling staat deze casus in de ziekenhuiswereld inmiddels te boek als een best practice op het gebied van calamiteitenbestrijding en patiëntveiligheid.