In de Tweede Kamer ligt het wetsvoorstel winstuitkering in de zorg voor. Het idee stamt nog uit het vorige kabinet. Maar door de val van dat kabinet is dit niet meer in de Tweede Kamer aan de orde geweest.
De hoofdgedachte achter het idee van de winstuitkering is dat hierdoor makkelijker geld van derden kan worden aangetrokken.
Aandeelhouders
Bij lezing van het voorstel vallen een aantal zaken op. Allereerst het lijkt of er geen financiële crisis heeft plaatsgevonden. Alle argumenten uit de negentiger jaren over de toegevoegde waarde van de aandeelhouders passeren de revue. Geen woord over de wijze waarop de nadruk op het aandeelhoudersbelang mede de financiële crisis heeft veroorzaakt. Het doet dan ook merkwaardig aan dat op het moment dat er sprake is van de vraag of banken niet gezien moeten worden als nutsbedrijven, in een sector met een groot publiek belang de winstuitkering wordt geïntroduceerd. Overigens is de winstuitkering de eerste drie jaar met zodanige voorwaarden omgeven dat het de vraag is of investeerders hierop in willen tekenen.
‘Wie is de eigenaar en wat is de waarde?’
Om aandelen te kunnen uitgeven lijken mij in ieder geval twee zaken van belang: van wie is het bedrijf en wat is de waarde van het bedrijf? Beide vragen zijn op dit moment moeilijk te beantwoorden. Vraag een willekeurige directeur van een zorginstelling wie bij de verkoop het geld ontvangt. Vaak valt dan een diep stilzwijgen en komt men niet veel verder dan de Raad van Toezicht en of een achterliggende Stichting.
Ook de tweede vraag is nog nooit beantwoord; wat is de waarde van het ziekenhuis of het verpleeghuis. Daar waar overnames hebben plaatsgevonden zoals bij het Slotervaart ziekenhuis in Amsterdam is niet gekocht op basis van de waarde van het ziekenhuis. Zowel in Amsterdam als bij het Zuiderzee ziekenhuis is het eigenaarschap verkregen door een kapitaalinjectie van de nieuwe eigenaar en niet op basis van de waarde van het ziekenhuis.
Het antwoord op de vragen “wie is de eigenaar en wat is de waarde?” is van belang. Immers de waarde van het ziekenhuis is opgebouwd op basis van collectieve middelen; de verplichte premieafdrachten door de verzekerden. Niet voor niets dat tot voor kort bij verkoop van gezondheidszorgvoorzieningen de opvatting was dat de opbrengsten weer toegevoegd moesten worden aan de gezondheidszorg.
Maatschappelijke betrokkenheid
De minister heeft de overtuiging dat vooral maatschappelijk betrokken organisaties zoals pensioenfondsen zullen gaan investeren. De eerste drie jaar wellicht. Maar na drie jaar vervallen een groot deel van de beperkingen en wie kan dan nog investeerders met dubbele belangen tegen houden? Denk aan de farmaceutische industrie,vastgoed ontwikkelaars, financiële concerns die tevens zorgverzekeringen voeren zoals Eureko en dan heb ik het nog niet over andere investeerders. Gezondheidszorg is en wordt een steeds schaarser publiek goed, zowel om financiële als arbeidsmarkt redenen. Juist in die situatie moet je voorkomen dat financiële belangen van derden in dit geval aandeelhouders ,een goede verdeling van het schaarse goed in de weg staan.
Jaren ’90 denken
Tot slot: ook op andere manieren kun je geld aantrekken. Voor maatschappelijk betrokken organisaties is het beleggen in vastrentende obligaties een prima alternatief voor aandelen. Obligaties hebben het grote voordeel dat zij de zeggenschapstructuur niet beïnvloeden. Bovendien kun je door het kopen van obligaties je sympathie voor een bepaalde organisatie uitspreken. Niet voor niets dat in het verleden ziekenhuizen gebruik maakten van de uitgifte van obligaties. Het wetsvoorstel gaat ook in op deze mogelijkheid maar in de toelichting wordt met zoveel woorden aangegeven dat obligaties de bestuurders niet scherp houden. De toegevoegde waarde van de aandeelhouders is volgens de toelichting,dat zij meer dan anderen de bestuurders beter kunnen laten functioneren. Het zal je maar gezegd worden als bestuurder. Het wetsvoorstel ademt aan alle kanten het negentiger jaren aandeelhouders denken uit.
Beperkt salaris bestuurders
Het enige waaruit blijkt dat er toch nog enigszins rekening is gehouden met de uitwassen van het aandeelhouders denken is de beperking van de inkomens van de bestuurders. Inconsequent vanuit het wetsvoorstel maar wel maar verstandig gelet de maatschappelijke discussies.
Eeke van der Veen
Lid Tweede Kamerfractie van de PvdA sinds 2006. Voorheen algemeen directeur van ZAO Zorgverzekeringen en bestuursvoorzitter van Agis Zorgverzekeringen.