We zijn er uit! Na enkele maanden van zwoegen, schaduwdraaien, rondrekenen, simuleren, analyseren, interpreteren en motiveren liggen onze DOT-kostprijzen voor me op tafel.
Ik ben trots op de grote club mensen binnen het ziekenhuis die binnen drie maanden de basis heeft gelegd voor een totaal nieuw systeem van registreren, factureren en declareren. In december kregen we de laatste richtlijnen over DOT, nu alles geïmplementeerd! Alle verrichtingen binnen het ziekenhuis worden nu geregistreerd.
Inmiddels is 2012 voor een kwart om. Contracten met verzekeraars hebben we nog niet, ondanks het feit dat we dichtbij het hoofdlijnenakkoord hebben willen blijven. Informatie over de waarde van de productie hebben we eigenlijk ook niet. We werken namelijk met drie systemen: DBC’s (die vorig jaar geopend zijn kunnen nog een jaar doorlopen), DOT’s (de nieuwe DBC zorgproducten) en een schaduwbudget van aloude FB-parameters (opnames, verpleegdagen, etc.). We weten niet waar we op moeten sturen. Eigenlijk geven de FB-parameters nog het best weer hoeveel geld er waarschijnlijk in het laatje komt, omdat deze gebruikt worden om een vangnet te bepalen.
Twee keer gepakt
Het huidige systeem rammelt daarnaast aan alle kanten. Een voorbeeld: de berekening van kostprijzen ondersteunt wat we altijd al wisten. De vergoeding voor DBC’s in het A-segment was altijd al te laag. Wil je dit als ziekenhuis nu compenseren, dan wordt van deze meeropbrengst 95 procent nagecalculeerd. Je moet dit terugbetalen aan een algemeen fonds. Tegelijkertijd betekent dit dat de marges in het B-segment met vrij onderhandelbare prijzen minder klein worden. De minderomzet in dit segment moet je vol voor eigen rekening nemen. Je wordt daardoor twee keer gepakt. Als je net even niet op hebt zitten letten, of je verzekeraar heeft geen begrip voor deze systeemkronkel, ben je zo een paar miljoen lichter.
Bestuurlijke drukte
Het ingewikkelde systeem geeft verantwoordelijke managers het gevoel dat ze sturen met geblindeerde voorruit. En dat in een sector in een jaar waarin de financiële uitdagingen zo groot zijn. waarin een omzetplafond is geïntroduceerd, waarin sommige verzekeraars zonder enige onderbouwing of aankondiging besluiten dat het vijf tot tien procent goedkoper zou moeten kunnen, waarin de financiele prikkels van ziekenhuizen en medisch specialisten toch weer net niet synchroon lopen. Dit geeft de nodige bestuurlijke drukte. Maar daar wil ik nog niet direct over zeuren, hoewel de vraag toch is wat een patiënt hier nou daadwerkelijk beter van wordt.
Nieuwe vorm
Waar ik echt wat moeite mee heb, is dat er binnen drie maanden na introductie van de DOT door de minister alweer gesproken wordt over een nieuwe vorm van bekostiging, namelijk echte outputfinanciering. Ik kan alleen maar hopen dat dat een slechte 1-aprilgrap was.