Met de verkiezingen op 12 september in het vooruitzicht, roepen politieke partijen commissies in het leven die een nieuw verkiezingsprogramma gaan schrijven. Partijen die serieus genomen willen worden, zorgen dat hun programma een degelijke financiële paragraaf bevat.
Zorguitgaven
De programmacommissies zullen ongetwijfeld hun blik werpen op de zorg. De zorguitgaven beslaan, zoals bekend, het grootste deel van de collectieve uitgaven en ze vormen ook nog eens de snelst groeiende uitgavenpost. De zorguitgaven stijgen sneller dan het BBP en snoepen daarmee de financiële ruimte op. De programmacommissies moeten dus iets met de zorg. In deze column een klein overzicht van literatuur op het gebied van zorg die elke commissie gelezen moet hebben.
Maatregelen
Voor het begrotingsjaar 2013 heeft een gelegenheidscombinatie, ook wel de Kunduzcoalitie genoemd, besloten het financieringstekort te beperken tot 3 procent van het BBP. Een deel van de bezuinigingen betreffen de zorg. Deze maatregelen zijn te vinden in de brief van 26 april van het kabinet aan de Tweede Kamer over het concept Stabiliteitsprogramma. Zie hoofdstuk 2 van het Stabiliteitsprogramma.
Maar met de val van het kabinet en de maatregelen van de gelegenheidscoalitie zijn de financiële problemen nog niet opgelost. Een tekort van 3 procentvan het BBP is nog altijd een tekort van 18 miljard euro. Een bedrag dat wordt toegevoegd aan de staatsschuld die inmiddels is opgelopen tot meer dan € 400 miljard. Zie de Miljoenennota voor 2012.
Financieel Beeld Zorg
Interessant voor de verkiezingsprogrammacommissies is paragraaf 4.1. Financieel Beeld Zorg van de begroting van VWS. Daar staat dat de netto-uitgaven van Budgettair Kader Zorg stijgen van 59,2 miljard euro in 2010 tot 78,1 miljard in 2016. Een stijging van bijna 20 miljard euro.
Deze uitgaven zullen de komende decennia verder stijgen als gevolg van medische technologische ontwikkelingen, vergrijzing en door wat economen noemen het Baumol-effect. Zie bijvoorbeeld CPB Policy Brief | 2011/11.
Op pagina 36 van de Miljoenennota 2012 valt te lezen dat op dit moment een modaal gezin al meer dan 1/5de van zijn inkomen uitgeeft aan zorg. Zonder kostenbeheersende maatregelen loopt dit op tot bijna 40 procent in 2040.
Deze groei is onhoudbaar. Op een gegeven moment komt de solidariteit onder druk te staan. Gezonde werkende mensen zullen niet onbeperkt een steeds groter deel van hun inkomen verplicht aan zorg willen betalen waar ze zelf nauwelijks een beroep op doen. Daarnaast verdringen de zorguitgaven andere noodzakelijke collectieve uitgaven zoals aan veiligheid en onderwijs.
Oplossingen
Welke oplossingen zijn er dan? De staatsschuld verder laten oplopen? Die bedraagt al ruim 400 miljard euro waarover we ook nog eens 11 miljard euro rente per jaar betalen.
Investeren in technologie? Op zich kunnen investeringen in technologie leiden tot arbeidsbesparende innovaties. Tegelijkertijd leiden nieuwe technologieën tot nieuwe behandelmethoden voor patiënten die eerst niet behandeld konden worden waardoor de kosten juist stijgen. Investeren in technologie leidt tot gezondheidswinst maar is niet de oplossing voor stijgende zorguitgaven. Zie daarvoor ook hoofdstuk 4 van het boek ”Zorg Verzekerd?” onder redactie van Donders en De Kam.
Preventie dan? Als mensen gezonder leven leidt dat toch tot lagere uitgaven is de ogenschijnlijk logische gedachte. Het tegendeel is het geval. Preventie leidt juist tot hogere zorguitgaven. Deze paradox komt doordat de meeste zorgkosten worden gemaakt in iemands laatste levensjaar. Door preventie stijgt de levensverwachting. Hierdoor verschuift het laatste levensjaar naar een later tijdstip. Die kosten worden dan alsnog gemaakt want ook gezonde mensen worden uiteindelijk ziek en overlijden. Zie hiervoor diverse publicaties van het RIVM en onder andere van prof. Johan Polder zoals recent in het Financieele Dagblad van 13 februari jl. Dit is geen betoog om niets aan preventie te doen, want preventie levert wel gezondheidswinst op. Preventie is echter geen oplossing voor de stijgende zorguitgaven.
De kiezer maakt het de programmacommissies ook niet makkelijker. Uit een enquête van Motivaction, gedaan rond Prinsjesdag vorig jaar, bleek dat de kiezer niet wil bezuinigen op zorg. Uit een enquête van Achmea van mei vorig jaar, bleek dat premieverhogingen voor zes op de tien Nederlanders onbespreekbaar zijn. Niet bezuinigen én tegelijkertijd geen premiestijging, gaan echter niet samen.
Twee adviezen
Helaas komen twee adviezen van het CPB (toekomst zorg) en de SER (betaalbare zorg voor toekomstige generaties) over de vraag hoe de zorguitgaven beheersbaar te houden door e val van het kabinet te laat voor de verkiezingsprogrammacommissies. Deze adviezen zijn voorzien in 2013.
Houdbaarheid zorgstelsel
Tot zover veel bedragen, cijfers en literatuur over de zorg. Misschien saai, abstract en technisch, maar belangrijk. Want wat op het spel staat een groot goed: De houdbaarheid van ons zorgstelsel waarin iedereen verplicht verzekerd is, waarin zorgverzekeraars een acceptatieplicht hebben en waarin iedereen dezelfde premie betaalt. Zo is jong solidair met oud, werkend met niet-werkend en gezond met ziek.
De verkiezingsprogrammacommissies hebben de moeilijke maar zeer belangrijke taak om voorstellen te doen die ons zorgstelsel houdbaar en daarmee solidair houden. Eenvoudige oplossingen zijn er daarbij helaas niet.