Ook de RVZ heeft inmiddels gesproken: we moeten naar zorgsparen toe; ouderenzorg is er alleen voor wie het echt nodig heeft. Die terminologie vind ik overigens altijd huiveringwekkend: ze suggereert dat er nu velen zorg ontvangen die het niet echt nodig hebben. Wat is dan dat ‘echt’?
Indicaties
Ook nu is de zorg zo ingericht dat zonder indicatie niemand zorg krijgt. Hebben we onze indicaties dan te slap ingericht, met zijn allen? Of is het gewoon de toenemende vraag die zorgt dat we nog scherper aan de poort moeten selecteren? En dan natuurlijk niet alleen naar de zorgbehoefte, maar ook naar de financiële draagkracht. De huidige generatie ouderen is spekkoper op vele fronten, dat weten we natuurlijk allemaal. Maar de schets van de RVZ is er dus wel een van schrale collectieve zorg. Terug naar de jaren ’50.
Haken en ogen aan zorgsparen
Nou heeft zorgsparen wel degelijk charme, maar er zitten wel vele haken en ogen aan, die nog lang niet opgelost zijn. Ik noemde er eerder al een stel, maar laten we er nog eens twee belangrijke noemen:
- Wie gaat er op zijn 25e, tenzij verplicht, uit zichzelf voor pensioen of zorg sparen? Juist daarom hebben we indertijd collectieve arrangementen ontwikkeld. Gaan we zorgspraen dus – net als pensioensparen – verplicht stellen? Of laten we het, net als nu al bij de ZZP-ers, over aan hun mogelijkheden? Daar gaan nog vele gaten vallen. En hoe doen we dat bij de toenemend flexibiliserende arbeidsmarkt?
- Zorgsparen wordt vaak als (deel-)oplossing gezien voor stijgende zorgkosten. Het is echter steeds de vraag hoe zorgsparen in- en doorwerkt op allerlei andere aspecten van het financiële leven van burgers en staat. Want wat betekent de ‘zorgspaar-quote’ bovenop bijvoorbeeld de steeds hogere pensioenpremies voor minder pensioen voor de economie van ons land? Daarmee wordt dus niet geconsumeerd, netto-lonen gaan er door omlaag en dat geld blijft ‘dood’ totdat we het 50 jaar later uitgeven (en hoe gaat de fiscus er dan mee om? Krijg je vrijstelling als je bij een geaccrediteerde zorgverlener besteedt, en moet je anders btw of zo iets betalen?). Allerlei partijen staan nu al te gniffelen bij de gelden die opzij gezet moeten worden, maar als we de laatste twee jaar iets hebben geleerd is dat we nog met een bodemloze put aan schulden zitten, ook los van de Eurocrisis. Rentes en positieve beleggingsresultaten zijn geen natuurwet, al was het maar omdat er steeds minder rendabele beleggingen zijn. Enne: o ja, we hebben ook nog inflatie.
- Langdurende zorg is niet alleen een ouderdomsprobleem, maar macro gezien ook een sociaal-economisch problem: daar waar middelen het minst aanwezig zijn, is de meeste zorg nodig. Dat geldt gezondheidskosten, maar ook zorgkosten. Zorgsparen lost dit probleem niet op. Want wie niks heeft, kan ook niks sparen. Bovendien wordt het leven de komende jaren rap duurder, door onder meer schaarsere energie, door diverse overheden met grote gaten in de begroting en door een onrustiger wereld.
Fundamentele dilemma’s
Maar in en nabij de zorg blijven we ook zitten met enkele fundamentele dilemma’s. Want de suggestie van de RVZ betekent ook meer druk op mantelzorgers. Er is echter al het nodige onderzoek dat uitwijst dat het beschikbare reservoir niet alleen tussen nu en 2050 met zo’n 250 procent afneemt, maar bovendien sterk vergrijst. Die mensen zullen dus ongeacht zorgsparen of andere individualiserende maatregelen meer, vaker, herhaald en ook simultaan moeten gaan mantelzorgen. Dat zal een aanslag betekenen op de arbeidsmarkt en relaties werkgevers – werknemers onder druk zetten, maar wellicht nog meer het maatschappelijk middenveld. Nederland is Europees kampioen vrijwilligerswerk. Combineren van wat data leert echter dat waar de druk op de mantelzorg groot is, het vrijwilligerswerk niet floreert. Het is dus het een of het ander.
‘Eigen’ geld
En er is nog wat: wie zorgspaart houdt – lijkt me – zeggenschap over zijn eigen geld. Die gaat dus op zoek naar de goedkoopste adequate oplossing, omdat anders aanspraak op het komende schrale publieke stelsel nodig is. Dat betekent dus naar verwachting een verdere deprofessionalisering. Europese data combineren leert namelijk ook dat waar de mantelzorg het zwaarst belast is (in bijvoorbeeld uren per week); de neiging het grootst is om informele arbeid te organiseren. Datzelfde geldt situaties waarin ‘eigen’ geld (ook in de vorm van een door het collectief geregelde financiële bijdrage aan de zorgkosten) gemoeid is met de betaling zorg. Zwart werk in de zorg zal dus meer regel dan uitzondering worden. Vraag is overigens of we daarvoor onze ‘eigen’ onderklasse recruteren, of dat we ze even van elders halen. Naar het schijnt ontstaan er in Griekenland en Spanje op dit moment rap overschotten aan verpleegkundigen. En ook Ierland en Engeland zijn sinds kort van groot-importeurs opeens exporteurs van beroepsbeoefenaren geworden. Krijgen we daar weer allerlei ethische, politieke en sociale vraagstukken over. Weg met de Polen, behalve als ze voor mij of mijn moeder kunnen zorgen? Chetnie, Dzi?kuj?.