CZ zoekt de publiciteit over een rapport over praktijkvariatie, gebaseerd op cijfers uit 2010. Wij schrokken ervan dat het MCH volgens dit rapport bijvoorbeeld onnodige herniaoperaties zou verrichten. Hier spraken wij over met KPMG/Plexus en CZ. Zij waren het eens met onze analyse.
CZ beweerde dat het MCH bijvoorbeeld onnodige herniaoperaties en varicesbehandelingen verricht. Na een gesprek met een delegatie van ons ziekenhuis en verdere analyse waren zij het met ons eens dat de getallen zo’n conclusie niet ondersteunen. Het is jammer dat CZ dat niet meeneemt in de berichtgeving, onze analyse was niet ingewikkeld.
Rughernia
In de methodologie van het rapport bekijken de onderzoekers in eerste instantie hoeveel mensen in het postcodegebied de diagnose rughernia hebben gekregen, en daarna in elk postcodegebied hoeveel mensen met de diagnose rughernia in het MCH geopereerd zijn. Als dit bijvoorbeeld 20 procent van de bevolking is, geldt deze adherentiegraad voor het MCH.
Last resort
De verhoogde score praktijkvariatie bij de rughernia valt te verklaren door onze supraregionale functie. Het MCH is een derdelijnscentrum (zgn. ‘last resort’) voor rughernia en excelleert in klinisch wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de wervelkolom. De resultaten ervan gebruiken wij in de patiëntenzorg. Andere ziekenhuizen verwijzen patiënten door naar het MCH (41 procent), en in de methodiek van het rapport tellen zij mee in de praktijkvariatie van het MCH. Deze patiënten zijn allen geïndiceerd voor een operatie. Kortom, het tertiaire verwijskarakter van MCH is de belangrijkste reden van de verhoogde score praktijkvariatie.
Uitleg
De onderzoekers stellen dat de interpretatie van praktijkvariatie bij ziekenhuizen met een tertiaire functie zorgvuldigheid vereist, maar daar geven ze geen blijk van. Ondanks de erkenning van onze argumenten, zijn deze nergens terug te vinden. Wij spraken met onder meer Marc Berg van KPMG Plexus af dat de onderzoekers in de vervolgrapporten meer aandacht zullen besteden aan de uitleg bij de resultaten voor tertiaire centra.
Varices
Een ander voorbeeld is varices, oftewel bloedvatuitstulpingen. In het MCH voeren zowel dermatologen als chirurgen de behandeling van varices uit, waarbij zij in goed overleg bepalen welk specialisme de behandeling het beste kan uitvoeren. Hierbij voeren chirurgen onder andere de grotere operaties uit en dermatologen concentreren zich onder onder meer op scleroseren. Voor beide specialismen is de behandeling onderdeel van de opleiding. Daarbij heeft het LUMC een belangrijk deel van de flebologie – en varicespatiënten overgedragen aan het MCH. Daarnaast biedt het MCH het laseren van varices aan, wat een patiëntvriendelijker behandeling is dan het strippen van varices en dat trekt extra patiënten aan.
Kortom, onze analyse laat zien dat praktijkvariatie bestaat en vast van belang is, maar nietszeggend is zonder verder onderzoek. Mocht uw ziekenhuis een hoge score hebben, dan kan dat zowel excellentie betekenen als ‘onnodig opereren’. Jammer dat CZ niet vermeldt dat de opstellers van bovengenoemd rapport onze uitkomsten onderschrijven.
Willem Geerlings
Geerlings maakt sinds 1 januari 2007 deel uit van de raad van bestuur van het MCH. Hij maakte voorheen deel uit van de raad van bestuur van Erasmus MC. Geerlings, van huis uit internist-nefroloog, was hij onder meer werkzaam in het ziekenhuis Leyenburg in Den Haag en in het Martini Ziekenhuis in Groningen. Hij studeerde geneeskunde in Rotterdam, waar hij zich ook specialiseerde in de interne geneeskunde.