Zoals wel vaker vroeg mijn zoontje Justus of ik hem een verhaaltje wilde voorlezen voor het slapen gaan. “Nee, ik heb een beter idee”, zei hij, “doe maar een sprookje.”
En zo begon ik het sprookje over de gevonden tien miljard in de zorg: “Er was eens een land, hier heel dichtbij, waarin de zorg opeens tien miljard minder hard bleek te groeien dan we dachten. De koning heeft het zelf gezegd, dus het is waar. ” “Hoe kan dat dan”, vroeg mijn zoon, “zijn er dan geen mensen meer ziek?”
Grote boze farmaceuten
“Nee jongen, de mensen zijn nog steeds ziek, maar we kunnen ze met minder geld beter maken.” “O dat is mooi”, zei Justus, “maar waar is dat geld dan de afgelopen tijd gebleven?” Een goede vraag, dus legde ik hem uit over de grote boze farmaceuten en de frauderende ziekenhuizen in de zorg. Hoe vroeg hij wat fraude eigenlijk is. Ik antwoordde: “Fraude zoon, dat is als een ziekenhuis de regels overtreedt en rekeningen stuurt voor dingen die eigenlijk niet mogen.”
“Oh, hebben de ziekenhuizen dat dan gedaan?” “Nee zoon, zij hebben zich gehouden aan de regels die zijn afgesproken met de zorgverzekeraars en met de NZa vanwege een niet passend kostenstelsel.”
Afspraken
“Wat is dat, de NZa?” “Ja dat is een organisatie die regels bedenkt, tarieven toekent en hierop controleert en waarvan we nu in Nederland besloten hebben dat dit niet bij elkaar kan.” “En die zeggen dat er fraude is, toch?”, wilde Justus weten, “maar die hebben toch ook de afspraken gemaakt met de ziekenhuizen hierover?”
Ik stamelde: “Ja dat is wat ingewikkeld, maar.. “ Hij onderbrak me echter alweer: “Maar als de ziekenhuizen zich dan aan de regels hebben gehouden dan hoeven ze toch niet terug te betalen?” Hoe moest ik dat nu uitleggen? “Tja daar heb je gelijk, maar zo werkt het niet, dat is nu eenmaal politiek”, zo probeerde ik.
Beetje raar
Met dit onbevredigende antwoord ging hij schoorvoetend akkoord. Ik ging verder met het sprookje en kwam uit bij de medicijnen. “Die boze farmaceuten, hebben die dan veel te veel geld gevraagd voor die pillen?”, wilde hij weten. “Tja sommige mensen vinden van wel.” “Wat deden ze dan met dat geld, grote auto’s kopen?” “Nee zoon, dat gebruikten ze grotendeels om nieuwe medicijnen mee te ontwikkelen, om zo nog meer mensen beter te maken.” “Maar als ze dat geld nu niet meer hebben, hoe moet het dan met het maken van nieuwe medicijnen?” “Tja dat weet ik ook niet zoon, het klinkt eigenlijk ook wel een beetje raar inderdaad.”
Zo snel liet mijn zoon zich niet uit het veld slaan, dus optimistisch als hij is, ging hij verder: “Maar kunnen we dan niet tien miljard bezuinigen in de zorg, papa?” “Maar natuurlijk wel zoon, we moeten alleen even goed zoeken. De zorgverzekeraars hebben namelijk veel meer reserves dan zij van de Nederlandse bank moeten aanhouden. In totaal in 2013 wel 6,5 miljard meer dan ze moeten hebben en ieder jaar komt daar nog twee miljard bij. Dus natuurlijk kunnen we die tien miljard gemakkelijk besparen, maar dat moeten we wel op de juiste plek doen. Als namelijk het volume daalt, hoeven ze ook niet zoveel reserves aan te houden.”
Oneerlijk
“Maar dan is het toch oneerlijk dat degenen die patiënten beter maken nu moeten opdraaien voor fouten in het systeem?” Ik gaf het op. “Tja zoon, ga maar gerust slapen. Vertrouw op de koning en papa weet zeker: binnenkort komt er in Nederland wel een grote olifant met een heel lange snuit en die blaast vanzelf dit hele sprookje uit.”
Geert de Kousemaeker
Algemeen directeur Kiwa Carity