Ruim een week geleden stond in NRC Handelsblad een artikel over de toegenomen administratieve lastendruk in de jeugdzorg. De auteur concludeerde dat bijna alle jeugdzorgorganisaties door de decentralisatie meerdere fte’s personeel in de overhead hebben moeten aannemen om te kunnen voldoen aan alle nieuwe administratieve vereisten.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik van de inhoud van het stuk helemaal niet meer schrok. En van dat feit schrok ik dan weer wel.
We zagen het aankomen, er is veel voor gewaarschuwd, de gemeenten zijn zich bewust van datgene wat er aan het gebeuren is, maar toch gebeurt het. Op dit moment worden overal in het land, zowel op het domein van de Wmo, als die van de Jeugdwet en de Participatiewet hele oerwouden van nieuwe procedures ontwikkeld en overlegstructuren gebouwd.
Deze week heb ik ook in mijn organisatie een korte scan gemaakt van alle extra overleggen die we erbij krijgen in haast iedere gemeente waar we actief zijn. Daarbovenop de tijd de we extra kwijt zijn door nieuwe procedures, variërend van het aanleveren van informatie voor keukentafelgesprekken tot verantwoording van geleverde zorg en facturatie. Ook ons zal het niet lukken om de overhead niet uit te breiden, ondanks de winst die we het afgelopen jaar hebben geboekt door intern zaken efficiënter te organiseren (LEAN). En daarbij kan ik helaas niet melden dat het einde in zicht is. Als gehandicaptenzorgorganisatie hebben wij te maken met alle drie de decentralisaties en ook nog met de Wet Passend Onderwijs.
In de steigers
Als vanuit het veld, maar ook vanuit de gemeentelijke politiek, niet op korte termijn een halt wordt toegeroepen aan alle administratieve bouwwerken die op dit moment in de steigers worden gezet, vrees ik dat de daadwerkelijke bezuiniging op de uren directe zorg of ondersteuning aan burgers veel groter zal blijken te zijn dan nu al bekend is. De roep vanuit de politiek om de zorg en ondersteuning echt anders te gaan organiseren, heeft helaas nog niet geleid tot een fundamenteel andere inrichting van indicatieprocessen, verantwoording, facturering en informatie-uitwisseling.
En dat voltrekt zich onder leiding van de overheid! Sterker nog, op alle fronten wordt het wiel opnieuw uitgevonden, door andere mensen in andere personele samenstellingen. En ondanks dat iedereen het ziet gebeuren, werken we allemaal braaf mee. Het lijkt erop alsof niemand een idee heeft dat het anders kan; het is nu eenmaal zo? Mijn inziens zou dat anders organiseren juist hier moeten beginnen. Je kunt niet verwachten dat burgers en organisaties over hun schaduw heen stappen en de zorg en ondersteuning echt anders gaan organiseren, terwijl je als gemeentelijke overheid in het oude paradigma blijft hangen – op eenzelfde manier als eerder het Rijk, de zorgkantoren en zorgverzekeraars.
Minder bureaucratie
SP-Kamerlid Renske Leijten heeft onlangs gepleit voor het wettelijk vaststellen van een maximum percentage aan overhead binnen organisaties. Ik zou haar willen vragen te beginnen in eigen huis: het vaststellen van een maximum aan administratieve handelingen die de overheid mag verlangen van het maatschappelijk veld en haar burgers. Ondertussen hoop ik dat er gemeenten in Nederland zijn waar het anders organiseren ook betekent dat vanaf het begin veel minder bureaucratie nodig is. Laat die goede voorbeelden snel veel bekendheid krijgen en laat de rest van Nederland daar snel van leren. Tot die tijd zou ik, indachtig het PGB-alarm, langs deze weg een nationaal Overhead-alarm willen afgeven.