Als je 5 jaar geleden een net opgeleverd ouderenzorgcomplex binnenliep kon je eigenlijk, zonder het gebouw verder te betreden, de indeling zo ongeveer wel uittekenen. Doordat er centraal gefinancierd werd (AWBZ) werden er ook centrale richtlijnen meegegeven. Het gros van de zorgmanagers vond dit prima: geen keuzestress, slechts op details discussies. Hoe anders is dat nu!
Doordat de woonvergoeding nu ofwel via de bewoner (klant!) zelf loopt, of door een integraal tarief, moeten er keuzes gemaakt worden. Dat leidt tot interessante discussies. Steeds vaker worden wij, als adviseurs in het zorgvastgoed, gevraagd wat wij er nou van vinden: gedeeld sanitair: wel of niet? Luchtbehandeling (inclusief koeling) in de individuele kamers: doen of niet? Is die centrale entree nou echt nodig?
Budget
Er zijn een aantal assen waarlangs je de discussie kan voeren, waarbij die van het budget natuurlijk een belangrijke is. Als “nulpunt” zou je een NHC-achtige vergoeding per maand kunnen nemen: daarmee heb je de mogelijkheid een behoorlijke woonvoorziening neer te zetten. Als de huurinkomsten langs deze as naar rechts hoger worden valt er meer te kiezen: extra voorzieningen voor mensen die dit (uit eigen zak) kunnen betalen.
Maar als het schuifje naar links verschuift komen we in de ouderen doelgroep die met een “huur” van bijvoorbeeld 650 euro aan hun max zit. En die groep bestaat en is van een behoorlijke omvang. Welke keuzes maak je dan? Het wordt dan belangrijk te beseffen wat de kernwaardes zijn waarin de bewoners zich herkennen.
Visie
Hier vind een interessante omdraaiing plaats: de zorginstelling/verhuurder moet nu een keuze maken en zal, gebaseerd op die keuze, mensen moeten verleiden bij ze te komen wonen. Hamvraag is: waarop baseer je die keuze?
Vaak nemen wij managers/bestuurders mee naar voorbeeld-locaties om te laten zien hoe de verschillende keuzes uitvallen. Het is daarbij geen kwestie van goed of fout (waarin diverse bestuurders, maar ook adviseurs, nogal eens vervallen) maar veeleer een kwestie van wat bij je eigen organisatie past. Op een onlangs gehouden bijeenkomst met diverse zorgspecialisten in de zaal heb ik tien stellingen voorgelegd waarbij de aanwezigen een keuze moesten, zoals bijvoorbeeld hierboven al genoemd: wel of geen gedeeld sanitair?, koeling?, etc.
Uit de discussie die op iedere stelling volgde bleek maar weer eens hoe verschillend er tegen de bepaalde zaken wordt aangekeken. De conclusie was wat mij betreft: als je gelooft in je eigen visie op huisvesting, verzorging en ondersteuning (want het gaat uiteindelijk om de samenhang daartussen) en ziet dat er goede voorbeelden zijn waar dit ook werkt: doe dan vooral waar je in gelooft!
Corporaties
Al met al leidt deze “keuzestress” ertoe dat het aanbod aan woon-zorgcomplexen steeds diverser wordt. Voor iedere portemonnee maar ook voor elke leefstijl worden initiatieven ontwikkeld. De eenheidsworst bestaat niet meer en dat lijkt een zege.
Gevaar is dat de mensen met een echt beperkte beurs matig bediend worden omdat het lastig is een stevige businesscase daaromheen op te bouwen. De commerciële markt zal terughoudend zijn om hier initiatieven ontplooien; dit is het aangewezen gebied voor woningcorporaties om, samen met gemeentes en de lokale zorginstellingen een strijdplan te bedenken.
Adviseur bij bbn-BOB Advies
—
Het IVVD organiseert in samenwerking met Skipr de Zorgvastgoed Dag 2017: een interactief programma met oplossingen voor nieuw en bestaand zorgvastgoed. Schrijf u hier in >>>