© GiZGRAPHICS / fotolia.com - Bildnummer: #32816765 26088 Fahrerhandbuch 2013 Der Hausarzt Titel 4/13
De uitvoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) gaat vaak nog wat onwennig. Cliënten en zorgverleners kennen niet alle mogelijkheden, zoals die voor onafhankelijke cliëntondersteuning. Sociale netwerken en vrijwilligers leveren een belangrijke bijdrage aan de langdurige zorg, maar dreigen overvraagd te worden.
Dit blijkt uit onderzoek van KPMG, Tranzo en Vilans in de sectoren Verpleging & Verzorging (V&V), de Gehandicaptenzorg (GHZ) en de langdurige Geestelijke Gezondheidszorg (GGz).
Het onderzoek zoomde in op vier thema’s die de Wlz regelt of die aan de wet ten grondslag liggen: de zorgplanbespreking, de onafhankelijke cliëntondersteuning, de inzet van vrijwilligers en de eigen regie van cliënten en mantelzorgers.
Natuurlijke momenten
De zorgplanbespreking moet volgens de Wlz binnen zes weken nadat iemand naar een zorginstelling verhuist en daarna twee keer per jaar plaatsvinden. In het zorgplan zien zorgprofessionals steeds meer aandacht voor de cliënt, diens welbevinden, doelen en wensen.
Voor zorgprofessionals heeft de zorgplanbespreking al een vaste plek binnen hun werkwijze. Cliënten hebben het zich niet in die mate eigen gemaakt. Vaak is de cliënt nauwelijks betrokken bij het tot stand komen van het zorgplan en hebben zorgaanbieders grotendeels de inhoud bepaald, stellen de onderzoekers.
De zorgplanbespreking blijkt voor cliënten en familie dan ook niet het belangrijkste moment om met zorgprofessionals in gesprek te zijn. Dat zijn veeleer de reguliere contacten die dagelijks en op natuurlijke momenten plaatsvinden. Cliënten in de V&V en GHZ begrijpen bovendien niet altijd wat er in een zorgplan staat of wat er besproken wordt. Er zal meer geprobeerd moeten worden deze cliënten vanaf de start te betrekken bij de inrichting van hun eigen zorg, aldus de onderzoekers.
Cliëntondersteuning
De Wlz biedt cliënten recht op onafhankelijke cliëntondersteuning. Deze mogelijkheid in de Wlz is, behalve bij zorgmanagers, weinig bekend bij professionals, cliënten en mantelzorgers. Cliëntondersteuning die geboden wordt door bijvoorbeeld een cliëntvertrouwenspersoon, een mentor of een zorgbemiddelaar is niet altijd onafhankelijk. Dit leidt in de praktijk doorgaans niet tot problemen, zeggen zorgprofessionals.
Cliënten en mantelzorgers die wel bekend zijn met onafhankelijke cliëntondersteuning en dit zelf hebben ontvangen, hebben wisselende ervaringen met de meer waarde hier van. Zorgprofessionals en het sociaal netwerk vinden dat er meer aandacht moet zijn voor cliëntondersteuning en dat meer informatie over onafhankelijke cliëntondersteuning beschikbaar moet worden gesteld.
Niet vanzelfsprekend
De Wlz onderstreept het belang van het sociaal netwerk in de zorg en ondersteuning, alsook om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Uit dit onderzoek blijkt dat er een toename is in deze informele zorg. De betrokkenheid van het eigen netwerk draagt volgens het merendeel van de deelnemende zorgprofessionals en cliënten bij aan behoud en verbetering van de kwaliteit van leven van de cliënt.
Zorgorganisaties doen ook meer moeite om het sociaal netwerk te betrekken en mantelzorgers zijn positief over de communicatie en afstemming met zorgprofessionals. Deze ontwikkeling is volgens de deelnemers al ruim voor de invoering van de Wlz ingezet.
Het is echter geen vanzelfsprekendheid dat het netwerk te betrekken is. Familiecontacten kunnen gebrekkig zijn, mantelzorgers kunnen al overbelast zijn of zelf een problematisch sociaal netwerk hebben. Vooral in de ggz kan de relatie met familie, vrienden en kennissen al veel te verduren hebben gehad.
Leuke taken
Vrijwilligers vormen een waardevolle aanvulling op de zorg, zo stellen de respondenten in het onderzoek. Er is een verschuiving van taken van zorgprofessionals naar vrijwilligers te zien. Dat brengt soms onduidelijkheid met zich mee. Vrijwilligers die graag willen helpen, geven aan dat zij niet altijd goede instructies krijgen en niet goed weten wat ze wel en niet mogen doen. Zorgprofessionals op hun beurt staan opeens voor een extra opgave om vrijwilligers aan te sturen.
Het blijkt bovendien niet in alle sectoren even eenvoudig om voldoende vrijwilligers te werven. In de gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg is dit zeer moeilijk, stellen de onderzoekers. Zorgprofessionals in de V&V en GHZ signaleren dat vrijwilligers vooral de leukere taken doen zoals begeleiden bij recreatieve activiteiten.
Het betekent soms ook dat het aanbod aan activiteiten beperkt is voor cliënten die geen contact hebben of willen met vrijwilligers. Zorgprofessionals waarschuwen daarom voor het risico dat zorginstellingen voor welzijns- en recreatieve activiteiten teveel afhankelijk worden van vrijwillige inzet.
Eigen regie
Zorgprofessionals ervaren een spanningsveld tussen het bieden van eigen regie en de risico’s die dit met zich meebrengt als een cliënt zijn vermogen tot regie onder- of overschat, zo schrijven de onderzoekers. Zorgprofessionals vinden het nog moeilijk om de omslag te maken van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ en het vereist maatwerk om invulling te geven aan eigen regie van de cliënt.
De mate waarin maatwerk kan worden geleverd wordt begrensd door de praktische middelen die er binnen zorgorganisaties zijn. Zorgaanbieders die bijvoorbeeld groepsactiviteiten organiseren kunnen moeilijker aanpassen aan individuele wensen.
Vervolg
Dit onderzoek is in 2016 uitgevoerd en maakt deel uit van de landelijke evaluatie van de Hervorming Langdurige Zorg (HLZ) die het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) op verzoek van het ministerie van VWS uitvoert.
In het onderzoek staan de ervaringen van zorgprofessionals, vrijwilligers, cliënten, mantelzorgers en zorgmanagers centraal. 95 zorgprofessionals en 24 vrijwilligers namen deel aan vraaggesprekken. Daarnaast vulden 228 respondenten uit honderd zorgorganisaties een vragenlijst in.
In september van dit jaar presenteren de onderzoekers ook de resultaten van onderzoek naar de Wet maatschappelijke ondersteuning. In december volgen de resultaten van onderzoek naar informele hulp. In de zomer van 2018 volgt tot slot de rapportage over het geheel van Zvw, Wlz en Wmo.