Rotlicht leuchtend
De zorg voor kwetsbare ouderen in Amsterdam gaat gebukt onder gebrek aan afstemming, falende informatie-uitwisseling, financiële schotten en capaciteits- en personeelstekorten. Dat komt naar voren uit het rapport ‘Krakende ketens in de zorg voor kwetsbare ouderen’ van de Samenwerkende Instellingen Gezondheidszorg Regio Amsterdam (SIGRA).
Met het rapport wil SIGRA bijdragen aan passende zorg voor ouderen, dat wil zeggen: zorg op de juiste plek, tegen de juiste financiering. Al in april 2015 luidde SIGRA de noodklok over knelpunten in de doorstroming van patiënten die -tijdelijk- niet langer thuis kunnen wonen na een voorval thuis of een ziekenhuisopname. Dit probleem is de laatste anderhalf jaar alleen maar nijpender geworden, getuige recent onderzoek naar de druk die kwetsbare ouderen uitoefenen op de spoedeisende hulp. Bijgevolg slibben acute ziekenhuisvoorzieningen dicht, wordt patiënten geregeld ‘rondgereden’ bij de zoektocht naar een passende plek en zitten veel ouderen niet op de plek waar ze gezien hun zorgvraag thuishoren.
Ruis
Volgens SIGRA hangt “de ruis in samenwerking rondom kwetsbare ouderen voornamelijk samen met communicatie, vindbaarheid, informatieoverdracht en registratie”. Deze problemen treden binnen de gehele keten op: huisartsen en thuiszorgorganisaties lukt het niet om juiste, actuele en volledige patiëntinformatie aan SEH of ziekenhuis door te spelen. Bijgevolg is niet goed duidelijk wat de specifieke behandelnoden en – wensen zijn.
Niet op de hoogte
SEH-verpleegkundigen blijken op hun beurt niet op de hoogte van opnamemogelijkheden voor kwetsbare ouderen buiten het ziekenhuis. Gevolg: ouderen verblijven langer dan nodig op de SEH of verblijven in het ziekenhuis zonder medische indicatie. Dit probleem wordt door de ziekenhuizen zelf verergerd, zo blijkt uit de SIGRA-rapportage. Processen voor opname in ziekenhuis zijn vaak eenvoudiger dan een doorverwijzing naar thuiszorg c.q. verpleeghuis.
Wat opvalt is dat het probleem van gebrekkige informatie-uitwisseling niet alleen tussen schakels in de keten speelt, maar ook binnen individuele instellingen. Zo constateert SIGRA dat electieve zorg en spoedzorg binnen ziekenhuizen onvoldoende zijn afgestemd. Bovendien kunnen SEH’s niet of nauwelijks data aanleveren over in-, uit- en doorstroom. Wie zich binnen de keten allemaal met een oudere bezighouden? Aanbieders weten het vaak niet van elkaar.
Geen volledig beeld
Veelzeggend in dit verband is het feit dat ook SIGRA er niet in is geslaagd een volledig en betrouwbaar beeld te krijgen van de totale capaciteit voor tijdelijke opname. Voor zover er een registratiesysteem is, is dit alleen beschikbaar voor transferbureaus en VVT-aanbieders. Daarbij wordt dit systeem niet altijd gebruikt volgens regionale afspraken. Ook heeft SIGRA verschillen gevonden in de interpretatie van domein-overschrijdende data.
Simpel
Niet zelden blijken knelpunten in de keten een ogenschijnlijk simpele aanleiding te hebben. Doordat transferverpleegkundigen niet buitenkantooruren actief zijn, komen kwetsbare ouderen na ontslag uit het ziekenhuis geregeld alleen thuis te zitten, met als voorspelbaar gevolg dat ze in no time weer moeten worden opgenomen. Daarnaast willen zorgaanbieders bij voorkeur vaak vóór het weekend van patiënten af, waardoor er bij vervolgaanbieders piekbelasting optreedt. Binnen de ggz-instellingen blijken geregeld wekenlang psychogeriatrische patiënten te bivakkeren die eigenlijk in een verpleeghuis thuishoren, maar moeten wachten op een Wlz-indicatie.
Knoppen
“Er zijn veel verschillende organisaties en domeinen betrokken bij ouderenzorg”, constateert. “Daardoor bestaat geen ultieme oplossing om de problematiek te verminderen, maar zijn er veel verschillende knoppen waaraan gedraaid kan worden (intern en wat betreft samenwerking).”
SIGRA denkt hierbij in de eerste plaats aan betere procesafspraken over de beschikbaarheid van informatie. Ook moet er één systeem komen dat inzicht geeft in de beschikbaarheid van vervolgzorg. Daarnaast pleit SIGRA voor persoonsvolgende financiering, zodat patiënten ongehinderd tussen Zvw-, Wlz- en Wmo-voorzieningen kunnen bewegen. Een meer praktische maatregel bestaat uit deskundigheidsbevordering en een effectievere inzet van beschikbare deskundigheid. Zo zouden specialisten ouderengeneeskunde een prominentere rol moeten krijgen in de zorgketen. Grotere specifieke deskundigheid van transferverpleegkundigen zou wat SIGRA ook een stap in de goede richting zijn.