Journal Inside 35824_067_010 (2015) Publikationsname / Publikationsnummer / E-Tag TT.MM.JJJJ (optional)
Circa 1500 dementerende ouderen staan op een wachtlijst voor intensieve persoonlijke zorg en ondersteuning in de vorm van casemanagement. Dit blijkt uit een inventarisering op basis van cijfers van de dementienetwerken in Nederland. De problemen spelen vooral in vijf regio’s die eind 2016 een wachtlijst van meer dan honderd personen hadden.
De telling is uitgevoerd door het Signaalteam casemanagement, waarin VWS, Alzheimer Nederland, ActiZ, Deltaplan Dementie, ZN, V&VN, VNG, NZa en het Zorginstituut samenwerken. De exercitie maakt onderdeel uit van plannen om de problemen rond casemanagement aan te pakken. Die problemen hangen samen met de invoering van de wijkverpleging. Op veel plekken wordt het casemanagement uitgevoerd door wijkverpleegkundigen, met ontslag van gespecialiseerde casemanagers dementie als gevolg. Alzheimer Nederland waarschuwde vorig jaar dat wijkverpleegkundigen dit specialistische werk er onmogelijk bij kunnen doen. Wijkverpleegkundigen bedienen gemiddeld ruim 200 cliënten, een casemanager dementie heeft gemiddeld 50 cliënten.
Alzheimer Nederland sloeg ook alarm over de groeiende wachtlijsten. Van de 64 dementienetwerken leverden er 61 eind vorig jaar cijfers aan. Bij deze netwerken stonden 1250 personen op een wachtlijst, oftewel 3 procent van het totaal aantal cliënten dat casemanagement ontvangt. Volgens de onderzoekers moet dit cijfer worden opgehoogd, aangezien niet alle dementienetwerken cijfers konden aanleveren. Bovendien zijn er verschillende regio’s waar geen netwerken actief zijn. Zodoende komen de onderzoekers op een totaal van 1500 wachtenden.
Onenigheid
Uit de inventarisatie blijkt dat er vijf regio’s uitspringen met een wachtlijst van meer dan 100 personen. De lijst wordt aangevoerd door Eindhoven (141 wachtenden), Gooi & Vechtstreek (140 wachtenden) en Haaglanden (130 wachtenden). Volgens de rapporteurs lijkt het er op dat deze regio’s “kampen met al langer bestaande, hardnekkige en zelfs toenemende problemen”. Bovendien is er op organisatorisch en bestuurlijk niveau onenigheid over de te volgen koers.
Uit de rapportage blijkt wel dat de helft van de dementienetwerken geen wachtlijst voor casemanagement kent. Bij de 31 dementienetwerken die wel een wachtlijst hebben, is de omvang gemiddeld 40 personen per regio. Over de wachttijden geeft het onderzoek geen uitsluitsel.
Zorgen
De knelpunten bij casemanagement gaan verder dan alleen wachtlijsten. Zo is er in vijf regio’s besloten om het huidige dementienetwerk te beëindigen of op een andere manier in te vullen. Dit geeft zorgen over de continuïteit en kwaliteit van casemanagement. Ook zijn er signalen dat de communicatie tijdens dit verandertraject onder maat is. Ook zijn er financiële problemen. In vijf regio’s overwegen verzekeraars te stoppen met ketenfinanciering of dekt het afgesproken tarief de kosten van casemanagement niet.
Belang
De cijfers in het rapport geven een duidelijke indruk van het belang van casemanagement. Vorig jaar deden 72.000 tot 73.000 personen een beroep op casemanagement dementie. Ongeveer een vijfde van de mensen met dementie krijgt te maken met een vorm van casemanagement. Onder thuiswonenden met dementie is dit percentage zelfs 30 procent.
In een brief aan de Tweede Kamer laat demissionair staatssecretaris Van Rijn weten dat er in het kader van het Actieplan casemanagement verschillende initiatieven worden ontplooid door de betrokken partijen. Ook de samenwerking is verbeterd. “Maar ik zie ook dat er nog verschillende stappen moeten worden gezet om de verbeterslag ook voor cliënten en hun mantelzorgers inzichtelijk te maken”, stelt Van Rijn. “Een eenduidig inkoopbeleid van verzekeraars en consensus bij partijen over de inhoud en werkwijze bij dementie hebben daarbij prioriteit.”