Als een burger die zorg vraagt bekend is bij de gemeente, is een keukentafelgesprek niet altijd nodig. Een dergelijke stap zou dan ook niet als verplichting moeten worden opgenomen in de lokale verordeningen.
Dat stelt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in reactie op een rapportage van het adviescollege toetsing regeldruk Actal over de lastendruk in het sociaal domein. Actal constateert dat gemeenten actief bezig zijn met verbetering van het toegangsproces, maar dat er nog veel werk te doen is. Met het oog hierop adviseert Actal onder meer om de Participatiewet zó aan te passen, dat een integrale benadering voor groepen burgers in het sociaal domein mogelijk wordt.
De VNG onderschrijft de Actal-aanbeveling om gemeenten in het kader hiervan meer experimenteerruimte te bieden. Actal adviseert daarnaast in de rijksregelingen een eenduidige, werkbare grondslag op te nemen die uitwisseling en verwerking van gegevens voor integrale taakuitoefening in het sociaal domein mogelijk maakt. De VNG is het hier mee eens, maar wil hier graag aan toevoegen dat gegevensuitwisseling niet alleen mogelijk moet zijn binnen het sociaal domein, maar ook tussen verzekeraars, zorgkantoren, aanbieders en gemeenten.
De VNG is het oneens met de aanbeveling om in het toegangsproces tot zorg en ondersteuning altijd een keukentafelgesprek met de aanvrager plaatsvindt. Wat de VNG betreft kan dit achterwege blijven als de aanvrager al bij de gemeenten bekend is. Een gesprek zou wel altijd moeten bij een eerste melding, vindt de VNG.
Conflict
De manier waarop de gemeenten omgaan met keukentafelgesprekken is in verschillende gemeenten aanleiding voor conflicten. Zo heeft FNV Zorg & Welzijn onlangs een beroep gedaan op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) om te achterhalen hoeveel keukentafelgesprekken er in 2015 daadwerkelijk zijn gevoerd door de gemeente Groningen. De vakbond vermoedt dat de gemeente in 2015 de zorg van 2.500 cliënten terugschroefde naar 2,5 uur zonder dat de zorgbehoefte in een rechtstreeks gesprek werd vastgesteld.