De decentralisatie heeft niet geleid tot de beoogde verbetering van de jeugdhulp. Er wordt gestuurd op systemen, geld en controle en te veel tijd en energie, en dus ook geld, gaan naar randzaken. Dit blijkt uit een brief van Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en VOBC.
De decentralisatie moest verbetering brengen voor de jeugdhulp: integraal, toegankelijk en dicht bij het kind. Dit moest leiden tot teer preventie, slimmere samenwerking en een einde aan verkokering en perverse prikkels omdat alle jeugdhulpvormen sinds de decentralisatie onder één opdrachtgever vallen: de gemeente. “Van dat ideaal zien we twee jaar na de decentralisatie helaas nog weinig terug”, schrijven de betrokken organisaties in een brief aan de Vaste Kamercommissie VWS, gestuurd in de aanloop naar een algemeen overleg in de Tweede Kamer op 23 februari.
“Wel zien we dat er gestuurd wordt op systemen, geld en controle. Te veel tijd en energie, en dus ook geld, gaan naar randzaken. Naar regio’s die uit elkaar vallen, naar bureaucratie en naar foute verwijzingen.” De beoogde verandering blijft achter en dat baart Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en VOBC grote zorgen.
Regionale samenwerking
Voor specialistische jeugdhulp is regionale samenwerking tussen gemeenten nodig, volgens de betrokken organisaties, hoogspecialistische zorg vereist zelfs een nog groter schaalniveau. “De meeste gemeenten concentreren zich echter op de lokale aanpak en onttrekken zich zelfs aan de, landelijk afgesproken, regio-indeling.” In Denemarken is iets soortgelijks gebeurd en is veel specialistische zorg verdwenen, die later tegen hoge kosten weer opgebouwd moest worden. “De Nederlandse overheden lijken van dit voorbeeld weinig geleerd te hebben.”
Iedere gemeente stelt eigen eisen aan inkoop, verantwoording en facturatie. Jeugdhulporganisaties hebben soms met tientallen gemeenten te maken. De branches ontwikkelden samen met de VNG uniforme standaarden. Als die dwingend zouden worden opgelegd, zou de bureaucratie drastisch afnemen. Nu zijn er nog veel gemeenten die hun eigen spelregels blijven hanteren of die bovenop de standaarden allerlei eisen toevoegen, waardoor de administratieve rompslomp nog steeds groeit.
Laagste prijs
Echte verandering van de zorg vraagt om samenwerking en ruimte voor (bij)scholing, om onderzoek, nieuwe werkwijzen en kwaliteitsverbetering. Met de huidige manier van aanbesteden lijkt het echter vooral om de laagste prijs te gaan en is er in de praktijk nauwelijks ruimte om te investeren in innovatie. De tarieven worden zo laag dat de kwaliteit van de zorg eronder lijdt.
De betrokken organisaties maken graag samen met de gemeenten “alsnog een succes” van de decentralisatie van de jeugdhulp. Bovenstaande problemen moeten we dan wel snel gezamenlijk oplossen. Het kabinet kan daarbij helpen, onder meer door landelijk eenvoudige administratieve en verantwoordingsspelregels af te dwingen en door betere handhaving van de kwaliteitseisen aan de wijkteams.