De leden van de vakbonden CNV, FBZ, FNV en NU’91 hebben de eerste cao voor de kraamzorg weggestemd. Het grootste struikelblok was het afbouwen van de reiskosten vergoeding. Dat zou nadelig uitpakken voor een grote groep kraamverzorgenden, die met name in de buitengebieden veel kilometers maakt.
Onderhandelaars bereikten in december een akkoord over de eerste cao kraamzorg. Toen is afgesproken dat alle partijen uiterlijk 15 januari hun achterban zouden raadplegen. De werkgevers, verenigd in de Brancheorganisatie Geboortezorg (BO Geboortezorg), stemden op 10 januari in met het akkoord. “We zijn erg teleurgesteld over deze uitslag”, laat Mariette van Driel, directeur Bo Geboortezorg weten.
In het onderhandelaarsakkoord was een bepaling opgenomen over het afbouwen van de kilometervergoeding. Die zou van de huidige 27 cent per kilometer ieder jaar met een cent worden afgebouwd tot de wettelijke 19 cent per kilometer.
Volgens FNV-bestuurder Wim van der Hoorn was dit voor een grote groep kraamverzorgenden, met name in de buitengebieden, te veel. “Kraamverzorgenden maken daar behoorlijk wat kilometers. Veel van heb hebben de afgelopen tijd hun reiskostenvergoeding al versoberd zien worden”, legt Van der Hoorn uit. “Bij Kraanvogel werd de reistijd bijvoorbeeld niet meer vanaf een half uur vergoed, maar vanaf drie kwartier. Voorstellen om de verlaging van de kilometervergoeding te compenseren door reistijd door te rekenen als werktijd zijn niet in de cao terecht gekomen.”
Met het verwerpen van het onderhandelaarsakkoord beraden Bo en de vakbonden zich op vervolgstappen. Kraamverzorgenden vielen tot 1 maart 2016 onder de VVT-cao. Die blijft van kracht.