Twee Limburgse ggz-instellingen hadden stagiaires in dienst die feitelijk een normale dienstbetrekking hadden. De stagiaires, die er werkten na hun afgeronde opleiding, hadden dan ook recht op het minimumloon. Dit blijkt uit een onderzoek van de Inspectie SZW.
De instellingen zijn hiervan door de Inspectie op de hoogte gebracht en hebben hun stagebeleid ondertussen aangepast. Ze kunnen nog “een nader te bepalen boete” tegemoet zien voor het overtreden van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
Het onderzoek heeft in 2016 plaatsgevonden waarbij ook bij beide ondernemingen een fysieke werkplekcontrole plaats had. Tijdens het onderzoek is vast komen te staan dat de stagiaires ongeveer 300 euro per maand ontvingen voor hun werkzaamheden, gemiddeld 32 uur in week. De Inspectie is van mening dat er feitelijk sprake was van een dienstbetrekking en dat de stagiaires recht hebben op het wettelijk minimumloon.
Minimumloon
In totaal heeft de Inspectie onderzoek gedaan bij 32 stagiaires die bij de ondernemingen werkten. De betrokken stagiaires hebben alsnog recht op aanvulling van hun loon tot het minimumloon. De Inspectie zal er op toezien dat de werkgevers deze betaling ook zullen gaan doen. Zij hebben hiervoor vier weken de tijd.
De twee ggz-instellingen hebben, mede naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie SZW, ondertussen hun beleid ten aanzien van stagiaires aangepast, al tijdens de onderzoeksperiode. Zo zijn ze in mei 2016 begonnen met het in dienst nemen van de aanwezige stagiaires met een arbeidsovereenkomst tegen het minimumloon. Beide organisaties zijn gestopt met het aanbieden van stageplaatsen aan mensen die hun opleiding hebben afgerond.