Gemeenten mogen geen maximum stellen aan persoonsgebonden budgetten bedoeld voor informele zorg. Tot dat oordeel kwam de rechtbank Overijssel in een zaak die een pgb-houder had aangespannen tegen de gemeente Deventer.
De gemeente Deventer had aan een budgethouder maximaal 750 euro toegekend voor de begeleiding van haar dochter, die een verstandelijke beperking heeft. Dit bedrag is afgeleid van de in de Participatiewet gestelde grens waaronder, bij het verrichten van zorgtaken, geen korting op de uitkering plaatsvindt.
De rechtbank is van mening dat dit maximum in deze zaak onterecht is gesteld. Het maximeren van het budget is in strijd met de Jeugdwet. Financiële belemmeringen mogen geen drempel vormen voor het bereiken van de ontwikkelingsdoelen van de jeugdige, aldus de rechtbank.
Bovendien is er onvoldoende onderzoek gedaan naar de omvang van de hulpvraag. Bij het vaststellen van de hulpvraag dient gekeken te worden naar de omstandigheden van de individuele situatie; dit mag niet alleen maar worden gebaseerd op de CIZ Indicatiewijzer.