golden purse, pocket ÄD 2012/6 © Uliana Khramkina / iStock / Thinkstock
Zorgaanbieders gebruiken noodgedwongen Wlz-geld om tekorten binnen het Wmo-domein als gevolg van lage gemeentelijke tarieven op te vangen. Dat blijkt uit een rondgang van Skipr langs zorgaanbieders en brancheverenigingen.
“We zien in het domein van Wmo en Jeugdzorg breed dat zorgaanbieders niet uitkomen met de tarieven die gemeenten betalen, omdat die onder de kostprijs zitten”, zegt directeur Frank Bluiminck van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). “Dat zien we nu ook terug in de jaarrekeningen. De rode cijfers voor die activiteiten worden in de praktijk gladgestreken met andere inkomsten, met name uit de Wlz.”
In de VVT-sector is de situatie niet anders, laat woordvoerder Bernadet Naber van ActiZ weten. “De facto is het zo dat onze leden verlies lijden op de Wmo -en ook de wijkverpleging. Om niet in financiële problemen te komen, compenseren ze dat met Wlz.”
“Wij zijn een organisatie die voor 90 procent uit de Wlz wordt gefinancierd”, zegt bestuursvoorzitter Gerard Gerding van de aanbieder van gehandicaptenzorg Gemiva-SVG. “Dus als ik daar 1 procent vanaf haal dan heb ik bij wijze van spreken het budget voor de Jeugdzorg en Wmo met 10 procent verhoogd.”
Rechtmatige besteding
Rijst de vraag of het compenseren van gemeentelijke tarieven een rechtmatige besteding van Wlz-geld is. In een reactie laat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) weten dat wat de gemeenten betreft de financiering “ontschot” is. Bovendien zijn het niet de gemeenten die aanbieders dwingen met potjes te schuiven, maar kiezen ze hier zelf voor. “Het klopt dat er soms Wlz-middelen worden ingezet om Wmo of Jeugdtekorten te dekken, maar het is niet dat gemeenten aanbieders daartoe dwingen”, zegt woordvoerder Annelou van Egmond. “Bij Jeugd en Wmo is de bezuiniging hoger, dus je ziet dat aanbieders er voor kiezen impact van bezuinigingen te verminderen door intern te substitueren. Maar het gaat allemaal naar zorg. Bovendien zijn er veel kosten, zoals gebouwen en overhead, die je niet altijd tot één wet kan terugrekenen.”
Volgens VGN-directeur Bluiminck hebben de gemeenten het “niet helemaal goed begrepen”. “Er staan harde grenzen tussen. De Wlz is een volksverzekeringen waarvoor de burger premie betaalt, de Wmo en Jeugdwet worden gefinancierd via een rijksuitkering in het gemeentefonds, dat zijn heel andere geldstromen. Het is zeker niet de bedoeling dat die gelden worden ingezet om te compenseren, temeer daar de Wlz geen vetpot is.”
Andere invalshoek
“Het is maar net hoe openlijk je het doet”, zegt Gerding van Gemiva-SVG. “Ik zeg niet dat wij er voor kiezen om bewust onder de kostprijs te gaan werken en dat dan maar af te wentelen op Wlz. Wij benaderen het vanuit een andere invalshoek. We proberen steeds alle cliënten te bedienen op een correcte manier die bijdraagt aan kwaliteit van leven. Dan kijken we niet in eerste instantie naar de financieringsstroom, maar aan het eind van de rit moet het boekje kloppen en willen we geen rode cijfers schrijven. Wij behouden ons altijd de vrijheid voor om binnen het totale budget te kijken wat nuttig en nodig is.”
Gerding wijst er daarnaast op dat sommige gemeenten wel degelijk hardop meedenken over het compenseren van lage tarieven. “Ik heb ook wel eens een gemeenteambtenaar gehad die unverfroren tegen me zei: maar u mag van NZa uw reserve aanvaardbare kosten inzetten om met gemeenten te kunnen contracteren? Dat ga ik dus niet doen. Ik ga niet contracteren als ik op voorhand al weet dat het verliesgevend tarief is.”
“Formeel mogen aanbieders reserves die in de AWBZ waren opgebouwd inzetten voor Wmo-activiteiten, maar die reserves zijn niet bedoeld om te lage tarieven te compenseren”, reageert ActiZ-woordvoerder Naber.
Lage tarieven
De kern van het probleem is en blijft wat Bluiminck betreft de lage tarieven. “In elke normale bedrijfstak zou je stoppen met zulke activiteiten”, stelt Bluiminck van de VGN. “Maar als je dat doet gaat het over de ruggen van de cliënten, die afhankelijk zijn van zulke diensten. We kunnen niet veel anders dan onze maatschappelijke plicht vervullen en het probleem blijven agenderen. De gemeenten moeten hun verantwoordelijkheid nemen en niet de rekening bij andere partijen neerleggen.”
“Iedere zorginkoper moet voor zijn deel zijn eigen verantwoordelijkheid nemen en niet af willen wentelen op andere domeinen”, zegt Naber van ActiZ. “Zeker als je bedenkt dat gemeenten landelijk 1,2 miljard euro overhouden van het budget dat zij aan Wmo en jeugd zouden moeten en kunnen besteden.”