Zilveren Kruis ging met de landelijke Depressie Vereniging in zee om vanuit zorginkoop de depressiezorg te verbeteren. Het traject leverde voorkeurscontracten op met vijf ggz-instellingen die uitstekende zorg bieden, maar bovenal hebben de zorgverzekeraar en de patiëntenvereniging heel veel van elkaar geleerd, zo vertellen Nathalie Kelderman, ervaringsdeskundige en directeur van de Depressie Vereniging, en Peter van Zuidam, zorginhoudelijk adviseur ggz van Zilveren Kruis.
Nathalie Kelderman, die zelf twee keer een depressie had, is blij met de invloed die ze op de zorgprocessen kan hebben. “Iemand met depressie is niet perse zielig. Een patiënt is ook een klant die wat mag verwachten van een behandelaar.” Dat vindt Zilveren Kruis ook. Zo kwamen ze bij haar.
Kennis
In heel Nederland hebben zo’n 800.000 mensen per jaar een depressie. En ieder jaar krijgt Zilveren Kruis te maken met 200.000 verzekerden die er mee kampen. “In 2015 zijn we gaan kijken hoe we meer voor hen konden betekenen”, vertelt Van Zuidam. “Maar dat wilden we niet zelf bedenken. We zijn afgestapt op wetenschappers en behandelaars, én op ervaringsdeskundigen.”
De Depressie Vereniging reageerde eerst aarzelend, zegt Kelderman, want het is nog een kleine vereniging die het al druk genoeg heeft. “Maar uit de eerste gesprekken bleek dat we wel wat voor elkaar konden betekenen.” Kennis opbouwen was een meerwaarde. De Depressie Vereniging heeft veel praktijkkennis, maar die is vooral informeel. “Het was een goed idee om samen met Zilveren Kruis het GGZ-aanbod structureel door te nemen”, vindt Nathalie Kelderman. “Wij krijgen veel mails met de vraag: waar moet ik heen? Zo krijgen we wat meer basis om door te verwijzen.”
Lotgenoten
Uit gesprekken met hoogleraren als Jan Spijker (Radboud Universiteit) en Aart-Jan Beekman (VUmc, bestuurder GGzinGeest en voorzitter van de NVvP) kwam naar voren dat de helft van de mensen met depressie een terugval krijgen. Als daar voldoende aandacht voor is, dan kan de kans op een volgende depressie met 15 procent worden teruggebracht. Dus werd besloten hier een speerpunt van te maken in het inkoopproces, vertelt Peter van Zuidam.
Zilveren Kruis ging op zoek naar instellingen die uitstekende zorg bieden met weinig terugval. “Dat ging door de methode prestatie-inkoop. We vroegen zorgaanbieders om hun kwaliteit te laten zien door middel van indicatoren die ze zelf bepalen, bijvoorbeeld behandelresultaat of klanttevredenheid. Zilveren Kruis legde geen normen op, maar luisterde naar informatie vanuit het veld.”
Van de dertig gevraagde instellingen hebben 24 gereageerd. Ze werden anoniem beoordeeld. Er werd niet gekeken naar regionale spreiding en ook niet naar kosten. Het ‘prijsdossier’ bleef geheim voor de beoordelaars. Daarna volgden interviews met vertegenwoordigers – meestal een behandelaar en een bestuurder – van de instellingen. “an krijg je ook het verhaal achter de cijfers”, zegt Nathalie Kelderman. “Wat voor opvattingen hebben instellingen over depressie? Is er alleen aandacht voor klinisch herstel of wordt ook het persoonlijke en maatschappelijke herstel meegenomen? Welke kansen zien instellingen bij het voorkomen van terugval? Ik heb mooie voorbeelden gehoord, bijvoorbeeld het werken met een strippenkaart of een ‘boostersessie’.”
Een ander belangrijk punt – de Depressie Vereniging weet dat als geen ander – is lotgenotencontact. Dat bevordert ziekte-inzicht en het herkennen van signalen. Tijdens en na behandeling. Kelderman: “Er zijn instellingen die direct na intake, als iemand op een wachtlijst staat, al verwijzen naar lotgenotengroepen. Dat kan cruciaal zijn.”
Er zijn nu al 43 groepen van de Depressie Vereniging. Dit netwerk groeit snel.
Klik
Gedurende het traject was Nathalie Kelderman een paar maanden fulltime collega van de Zilveren Kruis-inkopers. Het was een intensieve periode. “We hebben pittige discussies gehad binnen het team”, zegt Kelderman. En nog steeds heeft ze aandachtspunten. “De instellingen die de processen goed op orde hebben, de richtlijnen volgen en samen met de cliënt een behandelplan opstellen, kwamen er wel uit”, zegt ze. “Maar de klik tussen de behandelaar en de cliënt is niet meetbaar.”
Daar is Peter van Zuidam het mee eens. “Na dit traject kunnen we cliënten informeren wat wij de beste instellingen vinden. Maar als de klik met de behandelaar er niet is, dan is iedereen vrij om een andere te kiezen.”
Zo illustreren ze eigenlijk hoe de zorgverzekeraar en de patiëntenvereniging er allebei in staan. “We hebben een andere rol”, vat Nathalie Kelderman samen. “Maar uiteindelijk hebben we hetzelfde doel. En dat is het realiseren van goede depressiezorg.” Hetzelfde geldt voor de aanbieders, constateren Kelderman en Zuidam. De instellingen zijn blij met de feedback en vinden het prettig om hun eigen kwaliteit inzichtelijk te hebben.
De vijf geselecteerde aanbieders zijn: HSK, Lentis, Max Ernst GGZ, Mentaal Beter en Parnassia Groep. Zij krijgen een plafondvrij voorkeurscontract voor depressiezorg voor drie jaar, waarbinnen zij innovaties kunnen doorvoeren. De overige aanbieders krijgen reguliere éénjarige GGZ-contracten.