Multicolored plasticine human figures on a stacks of coins H&V Journal 11/2013 © MaleWitch / iStock.com
Ook vrijgevestigde zorgaanbieders, zoals apotheken en praktijken van huisartsen, tandartsen, fysiotherapeuten en orthodontisten, kunnen onder de WNT vallen. Dat hangt voor een goed deel af van hun rechtsvorm. Een groot aantal vrijgevestigde beroepsbeoefenaars werd hierover onlangs bevraagd door het CIBG. Een deel van organisaties bleek inderdaad WNT-plichtig, aldus het CIBG.
Het CIBG, de registerorganisatie en uitvoerder van het ministerie van VWS, stuurde aan 11 duizend vrijgevestigde zorgaanbieders een brief met daarin het verzoek om online een viertal vragen te beantwoorden over hun organisatievorm. 5612 aangeschrevenen hebben de vragenlijst tot nu ingevuld, 1250 hiervan vallen blijken onder de WNT te vallen, zo laat het CIBG weten.
Toegelaten zorginstellingen
De Wet Normering Topinkomens geldt (onder andere) voor zorginstellingen die onder de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) vallen. Het gaat hierbij zowel om instellingen die een WTZi-toelating hebben aangevraagd als om instellingen die op grond van de WTZi al automatisch toegelaten zijn zonder aanvraag.
“Een deel van de instellingen die in de categorie ‘instellingen met een automatische toelating’ valt, heeft de brief ontvangen”, licht een woordvoerder van het CIBG toe. “Uit de gegevens die wij via het handelsregister van hen hebben, kunnen wij niet zien welke rechtsvorm zij precies hebben en of zij onder de vrijstelling vallen. Om dit vast te stellen worden zij gevraagd vier vragen in te vullen via internet. Zij krijgen na het invullen terugkoppeling of de WNT op hen van toepassing is. Zo wordt voorkomen dat sommige instellingen straks in december onterecht een brief krijgen dat zij WNT-gegevens moeten aanleveren bij Jaarverslagenzorg.nl.”
‘Onterechte oprekking WNT’
Onder beroepsbeoefenaren is geschrokken gereageerd op bevraging door het CIBG. Martijn van de Mortel en Brenda Leferink van Nysingh advocaten en notarissen betogen op Skipr dat de vrijgevestigde beroepsbeoefenaren ten onrechte als WNT-plichtig worden aangemerkt.
“Het CIBG merkt de aangeschreven praktijken aan als toegelaten instelling”, schrijven Leferink en Van de Mortel. “Per praktijk moet beoordeeld worden of dat juist is (..) Voor zover solistische zorgverleners door het CIBG zijn aangeschreven, is dat in ieder geval onterecht. Ook de vrije beroepsbeoefenaren die wél een organisatorisch verband zijn – en dus kwalificeren als “toegelaten instelling” – zijn ons inziens onterecht aangeschreven. Bij zeer strikte lezing van de wet vallen zij onder de WNT, maar dat is nooit de bedoeling van de wetgever geweest. De wetsgeschiedenis bij de WNT maakt duidelijk dat het niet de bedoeling is dat vrije beroepsbeoefenaren onder de WNT vallen.”
Volgens de Nysingh-advocaten wordt hiermee het toepassingsbereik van de WNT ten onrechte verder opgerekt. “Voer voor de beroepsverenigingen lijkt ons. De leden hebben er zonder meer belang bij dat het CIBG wordt bijgepraat over de uitleg van de WNT en de bedoeling van de wetgever”, aldus Van de Mortel en Leferink.