De zorg in kleine gemeenten is beter geregeld dan in grote, vinden ambtenaren. Bijna de helft van de ambtenaren vindt dat de stelselwijziging in Wmo, Participatiewet en Jeugdwet positief is uitgepakt. Bijna de helft van de burgers beoordeelt de veranderingen juist negatief.
Dat blijkt uit onderzoek naar de gevolgen van de veranderingen in de zorg dat Binnenlands Bestuur jaarlijks laat doen, dit keer voor het derde jaar. Het draagvlak onder de decentralisatie is bij ambtenaren het afgelopen jaar gegroeid. Ze vinden ook dat de uitvoering goed verloopt.
Budget
Het soepelst verloopt de Wmo, bij de jeugdzorg zitten de meeste knelpunten, vinden de ambtenaren. Er is te weinig sturingsinformatie, te weinig personeel en te weinig budget – ondanks dat de gezamenlijke gemeenten 1,2 miljard overhielden op de Wmo en jeugdzorg.
Burgers waren het afgelopen jaar (weer) minder blij. Met name in de uitvoering van de Wmo (46 procent) en Jeugdwet (46 procent) zien zij verslechteringen. Slecht één op de tien ziet verbetering.
Knelpunten
De verschillen tussen gemeenten zijn erg groot. Ambtenaren van gemeenten kleiner dan 20.000 inwoners zijn zeer positief over de decentralisaties, in tegenstelling tot ambtenaren bij grote gemeenten. Ambtenaren van alle gemeenten verwachten het komend jaar knelpunten in de uitvoering van de zorgwetten. Het budget wordt bij de jeugdzorg als grootste knelpunt genoemd, het creëren van beschutte werkplekken bij de Participatiewet en de huishoudelijke hulp bij de Wmo.