De afdeling kinderoncologie van het academische ziekenhuis Radboudumc in Nijmegen moet worden geleid vanuit het landelijke kinderkankercentrum Prinses Máxima Centrum in Utrecht. Dat vinden de Stichting Kinderoncologie Nederland (SKION) en de Vereniging Ouders Kinderen en Kanker (VOKK). Volgens hen is de patiëntveiligheid in het geding door onderbezetting op de afdeling.
Het programma Meldpunt van omroep Max wijdde de uitzending van woensdagavond aan de vermeende onderbezetting op kinderoncologie bij het Radboudumc. In het programma wordt gesteld dat de deskundigheid op de afdeling in het geding is door steeds wisselende artsenteams en gebrek aan leiding.
Volgens Meldpunt zijn al diverse kinderoncologen van het Radboudumc vertrokken naar het landelijk centrum voor kinderoncologie, het Prinses Máxima Centrum in Utrecht. Ook zou het moeilijk zijn om nieuwe verpleegkundige specialisten voor het Radboudumc te werven.
Radboudumc bevestigt de problemen in de bezetting. In 2014 waren er nog negen kinderoncologen, momenteel zijn het er vier, plus twee kinder-hematologen. De afdeling kinderoncologie heeft sinds 2013, geen vast afdelingshoofd meer gehad, wel vier interim-hoofden die niet allemaal kinderoncoloog waren, aldus Meldpunt.
Mylan
Ouders van patiënten zeggen in de uitzending dat artsen door de onderbezetting gebrekkig informatie overdroegen. Onder hen is ook de vader van de 16-jarige Mylan, die eind 2014 in het Radboudumc wordt behandeld aan Acute Lymfatische Leukemie (ALL). De behandeling sloeg aan, maar Mylan overleed toch, door een schimmelinfectie die kan ontstaan als bijwerking van chemokuren. De artsen hadden afgeweken van een landelijk behandelprotocol dat bepaalt dat preventief een middel moet worden toegediend om deze schimmelinfectie te voorkomen.
Radboudumc erkent tegenover de ouders dat Mylan waarschijnlijk was blijven leven als het ziekenhuis het protocol had opgevolgd. Radboudumc is toen overgegaan tot een opnamestop van 6 maanden voor de afdeling kinderoncologie.
IGZ
Voorafgaand aan de uitzending van woensdag geeft het Radboudumc een verklaring uit. “Het Radboudumc betreurt het overlijden van deze patiënt zeer. We vinden het verschrikkelijk wat de familie van deze patiënt heeft meegemaakt. We hebben met de familie meerdere gesprekken gevoerd over het verloop van de behandeling, waarbij we onze welgemeende verontschuldigingen hebben aangeboden over zaken die niet goed verlopen zijn”, stelt het ziekenhuis.
Het Radboudumc zegt verder de casus van Mylan als mogelijke calamiteit te hebben gemeld bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). “Er heeft vervolgens een calamiteitenanalyse plaatsgevonden, waarbij tot in detail alle gevolgde procedures zijn doorgenomen. Hieruit zijn conclusies getrokken en verbetermaatregelen voorgesteld, die inmiddels allemaal zijn doorgevoerd. Een van de verbetermaatregelen betreft het te volgen beleid ten aanzien van het behandelen van mogelijke schimmelinfecties, een veelvoorkomende en beduchte complicatie van de chemotherapie. Het rapport hierover is aan de IGZ verstuurd en ook aan de familie van de patiënt ter beschikking gesteld. De IGZ heeft het calamiteitenrapport van het Radboudumc beoordeeld en geconcludeerd dat deze calamiteit goed is onderzocht en heeft de melding afgesloten”, aldus het Radboudumc.