To-do-Liste
Koepelorganisatie BoZ wil af van ‘afvinkgedrag’ in bestuur en toezicht van zorgorganisaties. De gezamenlijke brancheorganisaties willen hier met vernieuwde zorgbrede governance-code, die op 1 januari 2017 van kracht moet worden, een belangrijke aanzet toe geven.
“Alle partijen zijn het er over eens dat we af moeten van ‘afvinkgedrag’,” zo laat de BoZ weten in een toelichting op de vernieuwde code. “Afvinkgedrag betekent aan de regels voldoen omwille van die regels, waarbij de bedoeling uit beeld is geraakt. Dat is niet wat deze code beoogt.”
De BoZ wil ‘de bedoeling’ in de governance juist weer centraal stellen. In de kern van de zaak is dat het leveren van ‘goede zorg’. Rode draad in de vernieuwde code zijn zeven principes, die terug te voeren zijn op de maatschappelijke doelstelling en maatschappelijke positie van zorgorganisaties. De opstellers willen daarmee duidelijk maken dat zorgorganisaties, en daarmee de bestuurders en toezichthouders, hun legitimatie ontlenen aan die doelstelling en positie.
Pas-toe-én-leg-uit
Dit impliceert wat de BoZ betreft een transparante en toetsbare opstelling die verder gaat dan het pas-toe-of-leg-uit-beginsel. Op grond van dit principe geven bestuurders pas uitleg over hun handelen wanneer ze afwijken van de geldende governance-principes. Als het aan de BoZ ligt wordt pas-toe-én-leg-uit voortaan de grondregel. “Met deze code willen de brancheorganisaties op een actuele en vernieuwende manier omgaan met het pas-toe-of-leg-uit beginsel. Soms is bij toepassing juist uitleg nodig (pas toe en leg uit). Soms kan afwijking niet aan de orde zijn (pas toe!). En dat is wel waar het pas-toe-of-leg-uit-beginsel soms toe leidt. De bedoeling en de dialoog moeten weer centraal staan.”
Open aanspreekcultuur
Oftewel: het is de taak van een bestuurder om actief uit te dragen hoe en waarom een bepaling wordt toegepast. Beslissingen horen aan te sluiten bij de kerndoelstelling van de organisatie; door hier actief over te communiceren versterkt de bestuurder zijn legitimiteit en die van de organisatie, zo is de gedachte. In het verlengde hiervan wordt in de code het belang van een ‘open aanspreekcultuur’ onderstreept. De branches streven naar een cultuur waarin leden elkaar aanspreken op afwijkingen van de code.
Een ‘waarden-gedreven’ organisatie kent bovendien een open cultuur waarin mensen elkaar kunnen en durven aanspreken ongeacht hiërarchie en professionele status, zo leest het in de code. “De raad van bestuur, de raad van toezicht, het management en de professioneel verantwoordelijken laten zien en dragen uit dat zij het vanzelfsprekend en noodzakelijk vinden om elkaar aan te spreken. Zij laten in hun eigen gedrag zien dat zij aanspreekbaar zijn en anderen durven aan te spreken.”
De code wijst ook op het belang van organisatie-sensitiviteit, of “het onderkennen van signalen dat iets niet goed loopt of iemand niet volgens de waarden en normen handelt. Het herkennen van ‘soft signals’, deze toetsen bij anderen en in een vroeg stadium bespreekbaar maken, horen bij deze open cultuur. Voor een ‘lastig gesprek’ over het (niet) naleven van de waarden en normen moeten de organisatie en leidinggevenden de mogelijkheden scheppen en borgen.”
Veldnorm
Om organisaties te helpen met eventuele vragen over de nieuwe code zal de BoZ begin volgend jaar een ‘governance innovatie- en adviescommissie’ installeren onder leiding van een onafhankelijke voorzitter. Als de leden van de brancheorganisaties de nieuwe code dit najaar goedkeuren dan geldt deze als lidmaatschapsverplichting voor de aangesloten zorgorganisaties. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zal de herziene code bovendien handhaven als veld-norm: ook brancheorganisaties en leden die de code niet hadden omarmd, zijn vanaf 1 januari 2017 aan de herziene code gebonden.