Businessman presenting concept about research, innovation and experiments
Culturele taboes zijn een belangrijke sta in de weg voor fundamenteel onderzoek naar veroudering. Dat stelt de Belgische bio-gerontoloog Kris Verburgh. “Vrijwel geen overheid of zorgverzekeraar durft ouderdom aan te merken als ziekte, dus is het zo goed als onmogelijk om fondsen te vinden voor ouderdomsonderzoek”, aldus Verburgh tijdens de Singularity University die deze week in Amsterdam plaats vond.
“Ouderdom is verantwoordelijk voor tal van ziektes”, aldus Verburgh in het Nieuwe de la Mar Theater. “Het grootste deel van de zorgkosten gaat op aan de bestrijding van ouderdomsziekten zonder dat we kijken hoe we het proces van veroudering zelf kunnen aanpakken.”
Die handelingsverlegenheid komt volgens Verburgh voort uit het feit dat maar weinigen hardop de vraag durven stellen of ouderdom een ziekte is. De algemeen aanvaardde stelling dat veroudering een natuurlijk proces is impliceert dat de wetenschap hier weinig tegen kan en hoeft te doen. Onderzoek naar veroudering krijgt ook snel het stempel onethisch te zijn. “Toch zijn er zijn wetenschappers die stellen dat ouderdom een 100 procent dodelijke multisysteemziekte is”, aldus Verburgh.
Vijfhonderd jaar oud
Dat veroudering geen voldongen feit hoeft te zijn bewijzen volgens Verburgh organismen als poliepen en kankercellen die zichzelf continu verjongen. Het feit dat twee volwassenen met dertig jaar oud celmateriaal een baby met compleet nieuw celmateriaal kunnen verwekken laat volgens Verburgh zien dat ook het menselijk lichaam in staat is om te “rebooten”. “Als we er in slagen de celprocessen te vertragen of zelfs om te keren kunnen mensen met de lichamelijke conditie van een dertigjarige misschien wel vijfhonderd jaar oud worden”, aldus Verburgh.
De digitale revolutie en de explosieve ontwikkeling van biotechnologie zullen volgens Verburgh hoe dan ook zorgen voor een omwenteling in de medische wetenschap. “We zijn nu op weg naar een zorg die daadwerkelijk ziektes kan genezen, waar de geneeskunde zich tot op heden tevreden moest stellen met symptoom- en pijnbestrijding.”
Vuur met stokjes
Hoewel ook ten diepste overtuigd van de kansen die innovatie de zorg biedt, besteedde Lucien Engelen, directeur van het Radboudumc REshape Center for Innovation, in zijn bijdrage de nodige aandacht aan de belemmeringen. “Deze Singularity University-conferentie gaat over morgen, terwijl we met de innovaties en inzichten van nu vandaag al heel veel kunnen doen. Toch maakt de zorgsector nog altijd vuur met stokjes.”
Als hindernissen voor innovatie wees Engelen op het huidige vergoedingen- en betalingssysteem. Ook zijn de trials en wetgevingstrajecten te lang. Daarnaast gaat er veel aandacht naar specifieke problemen rond bijvoorbeeld privacy, waar een broodnodige lange termijn visie op zorg en gezondheid ontbreekt. Ook het onderwijs voor medische professionals is nog onvoldoende afgestemd op de digitale wereld. Maar, zo onderstreepte Engelen, “de grootste uitdaging zit in het gedrag van professionals, patiënten en beleidsmakers, iedereen heeft het over technische mogelijkheden, maar de gedragscomponent wordt over het hoofd gezien”.
Haarlemmer olie
Hoezeer de kijk op innovatie door politieke belangen gekleurd kan worden, bewijst volgens Engelen een recente uitspraak van CEO James Madara van doktersorganisatie American Medical Association (AMA) die digitale zorg diskwalificeerde als ‘Haarlemmer olie’. Een dergelijke vorm van ontkenning is wat Engelen betreft geen passende strategie voor zorgorganisaties die willen overleven. “In het Radboudumc vragen we ons niet langer af hoe we sneller, beter en goedkoper kunnen worden, maar hoe we verouderd raken. We hebben scenario’s doorlopen waarin 70 procent van het behandelaanbod uit het ziekenhuis verdwijnt, omdat het slimmer, sneller en patiëntvriendelijker kan worden aangeboden via digitale kanalen. Als we daar niet over durven na te denken zullen andere partijen ons daar uiteindelijk toe dwingen.”